Enerzijds zijn we als het om de ruimte gaat druk bezig met recycling, maar anderzijds staan we op het punt om een ruimtevaartuig de zon in te sturen. Het is de bedoeling om daarmee meer te weten te komen over zonnewinden: die winden hebben ook grote invloed op het aardse leven. Als ze stevig zijn, ontregelen ze GPS en zorgen ze voor die mooie noorderlicht-achtige kleuren die we zelf in Nederland kunnen zien.
Het apparaat dat dat moet gaan doen is de Parker Solar Probe. Het is een apparaat dat het allersnelste apparaat is dat wij mensen ooit hebben gebouwd. De Parker Solar Probe gaat bijna 700.000 kilometer per uur. Dat is 1 procent van de snelheid van het licht. Als wij mensen ook zo snel konden reizen, kon je in een paar minuten de wereld rond. Maar… dan zou je er lichamelijk waarschijnlijk minder goed van afkomen.
De Parker Solar Probe is in augustus 2018 gelanceerd en heeft een payload van 50 kilo. Het is dus echt een klein, bescheiden apparaat. Op kerstavond dit jaar is de ruimtesonde het allerdichtst bij de zon dat ie ooit is geweest: 6,1 mljoen kilometer bij het oppervlak van de zon vandaan. Dat klinkt alsnog heel ver weg, maar daar is het al extreem heet: 1.371 graden Celsius.
Even terug naar de naam: Parker. Deze man bestaat echt en is in de 90. Hij bedacht in de jaren ‘50 dat deze zonnewinden bestaan. Let op: we hadden toen nog geen satellieten of ruimtevaartuigen om ook maar iets van de zon te kunnen meten. De wetenschap vond het maar een vreemde theorie, totdat in de jaren 60 het project met de Mariner 2 werd opgestart. Die zou zonnewinden gaan meten en dat is dus gelukt.
We weten dus eigenlijk nog niet eens zo heel lang van het bestaan van die zonnewinden, laat staan dat we er ook al veel mee kunnen. Reden voor de Parker-sonde om daar meer mee te doen. Het heeft zo’n belangrijke rol binnen ons zonnestelsel, dat we er eigenlijk ook gewoon meer van moeten weten. Het is alleen niet zo makkelijk om aan te komen bij de zon. Je moet een ruimtevaartuig hebben dat vrij stevig in zijn schoenen staat, wil hij niet langs de zon vliegen. Tegelijkertijd wil je niet letterlijk de zon invliegen, want dan kan het ruimtevaartuig het niet navertellen.
Er moet dus een goede raket zijn om te zorgen dat we in de juiste baan rond de zon terechtkomen en dat is deze sonde. Maar het moet ook heel stevig zijn: het krijgt niet alleen te maken met extreme hitte, maar ook extreme kou, en materiaal reageert daar nu eenmaal allemaal anders op. Maar dat gaat dus wel lukken met de sonde en wel op kerstavond. Er zit een Faraday-cup op het apparaat dat ionen en elektronen kan meten die van de zonnewinden afkomen en die is ook stevig gemaakt: het smeltpunt van het titanium-zirconium-molybdenum waar hij van gemaakt is, is 2.349 graden Celsius, dus het moet wel goedkomen. De kabels zijn in saffierkristallen buisjes gemaakt en de draden zelf zijn van niobium, om te zorgen dat het echt stevig genoeg is om de extremiteiten van de zon en de ruimte aan te kunnen.