Als er een bedrijf is dat een goed beeld kan schetsen van klimaatverandering, dan is het NASA wel. Niet iedereen begrijpt altijd de link: wat moet een ruimte-organisatie precies met aarde doen, staren die niet alleen maar naar boven? Totaal niet, want als er een organisatie is met veel klimaatwetenschappers in dienst, dan is het NASA wel. En juist door de aarde van boven te bekijken, kun je veel te weten komen over onze groenblauwe planeet. Dit is hoe NASA te werk gaat.
Klimaatverandering betekent niet dat het weer een keer anders is, maar dat het weer structureel verandert. Als er bijvoorbeeld ineens ergens veel regen valt in een jaar, terwijl het normaal vrij droog is, en andersom. Ook is klimaatverandering de verschuiving van het weer: zomerse zon in september of oktober bijvoorbeeld. Klimaatverandering kan miljoenen jaren in beslag nemen, maar het kan ook versnellen.
Dat laatste is op aarde waarschijnlijk het geval door bijvoorbeeld toedoen van de mens. Niet iedereen is het hiermee ‘eens’, want er wordt gedacht dat we nu in een natuurlijke verschuiving in klimaat zitten. Ook kan de uitspatting van een vulkaan bijvoorbeeld zorgen voor klimaatverandering.
Wetenschappers zeggen het echter al jaren: de uitstoot die mensen veroorzaken zorgt ervoor dat het klimaat op aarde verandert, zoals uitstoot van vliegtuigen, ruimtevaartuigen, auto’s en koeien. Daarom moeten landen en bedrijven ook aan CO2-reductie doen en hiervoor pakten tekenen. Tegelijkertijd nemen we steeds meer weg van de longen van de aarde, de Amazone, ook dat heeft gevolgen voor het klimaat.
De beste manier om te zien hoe aarde eraan toe is, dat is juist niet vanaf aarde. Dit is waarom NASA zo belangrijk is. Vanuit de ruimte kun je bijvoorbeeld zien welke gigantische ijskappen er breken en smelten, welke wateren er zijn en hoe die zich ontwikkelen en hoe ons land ervoor staat. Iets vanuit de ruimte bekijken gebeurt niet per se vanuit het raampje van het International Space Station.
NASA zet hiervoor satellieten in. Er is kortgeleden zelfs een gloednieuwe satelliet gelanceerd met puur als doel te kijken naar klimaatverandering. Het gaat om een nieuwe Landsat 9. NASA-medewerker Bill Nelson zegt: “NASA gebruikt de unieke troeven van onze eigen vloot, evenals de instrumenten van andere landen, om onze eigen planeet en haar klimaatsystemen te bestuderen.”
Het bouwt daarbij voort op een databank die al vijftig jaar wordt bijgehouden over klimaatverandering. Landsat 9 gaat gegevens en beelden leveren om wetenschappelijke beslissingen te helpen nemen over belangrijke kwesties, waaronder watergebruik, gevolgen van bosbranden, tropische ontbossing en de aantasting van koraalriffen, gletsjers en ijs. Elke acht dagen stuurt Landsat 9 in samenwerking met Landsat 8 (die al enige tijd in de lucht hangt) nieuwe beelden en gegevens van onze planeet naar aarde.
Die informatie wordt vergaard via zowel een camera als een infraroodsensor. Klinkt heel huis-tuin-en-keuken, maar het is veel groter dan dat. Letterlijk en figuurlijk. Landsat 9 maakt beelden van 185 kilometer in oppervlak. Eén pixel is 30 meter in de breedte. Kortom, daar is enorm veel data uit te vergaren. Moet je nagaan dat NASA meer dan twaalf satellieten in de ruimte heeft geplaatst om alleen al klimaatverandering in de gaten te houden.
Wetenschappers gebruiken een veelheid aan materialen om tot inzichten te komen. Naast de informatie vanuit de Landsats, wordt er ook fysiek materiaal gebruikt zoals samples van prehistorisch ijs en koralen. Dankzij chemische stoffen kan er nog meer worden gezegd over klimaatverandering: ook worden de barometer en de thermometer nog steeds ingezet als meetmateriaal. Ook worden de Co2-niveaus in de gaten gehouden, zo heeft NASA meerdere instrumenten om de niveaus in de atmosfeer te meten, zoals de OCO2-satelliet.
Wat echter vaak nog het meest indruk maakt, dat zijn de beelden die NASA soms vrijgeeft. De aarde van boven is prachtig, maar soms ook pijnlijk om te zien. Helemaal de verschillen met vroeger en nu. De klimaatverandering wordt dan ineens gerepresenteerd door meren die zomaar verdwijnen en ook niet meer terugkomen. Beelden die we zonder NASA nooit konden maken. Of heb jij ergens nog een onontwikkeld fotorolletje met beelden van 185 kilometer groot? Kortom, we hebben NASA keihard nodig om niet alleen andere planeten, maar vooral die van ons beter te begrijpen.