Het coronavirus heeft inmiddels ook keihard toegeslagen op de financiële markten en toont nog maar eens aan waarom het zo belangrijk is dat bitcoin bestaat, los van enkel de huidige bitcoin koers. In het jaar 1971 werd door toenmalig president Nixon van de Verenigde Staten de goudstandaard definitief losgelaten en was het hek van de dam. Vanaf dat moment kon de dollar niet meer ingeruild worden voor goud en werd het een ongedekte munt.
Het loslaten van de goudstandaard betekende voor de Verenigde Staten dat ze onbeperkt nieuwe dollars konden bijdrukken. Er hoefde immers geen goud meer tegenover te staan. Van die macht hebben ze sindsdien gretig gebruik gemaakt en dat kun je zien aan de koopkracht van de munt. Die is namelijk stevig afgenomen.
Voor de hamburger die je in 1971 voor slechts 1 dollar kocht, betaal je vandaag de dag meer dan 6 dollar. Met andere woorden, je kunt wel braaf proberen spaargeld op te bouwen, maar centrale banken straffen dat keihard af door geld bij te printen. Het interessante aan bitcoin is dat we hebben afgesproken dat er slechts 21 miljoen van in omloop komen en daar kan niemand iets aan veranderen.
Het coronavirus heeft de wereld stilgezet en maar weer eens aangetoond dat ons systeem niet goed functioneert. De rijken worden rijker en als het eventjes minder gaat dan moet de belastingbetaler daarvoor opdraaien.
Neem bijvoorbeeld de vele luchtvaartmaatschappijen die momenteel in zwaar weer verkeren vanwege het virus. Jarenlang leek er geen vuiltje aan de lucht en was op papier de sky de limit. Het probleem? Er werd niet langer nagedacht over scenario’s waarin het economisch even minder kon gaan. Ieder beetje geld dat overbleef werd direct gebruikt om de eigen aandelen mee te kopen om zo de koersen kunstmatig op te drijven. Aandeelhouders werden rijker en rijker, maar nu de luchtkastelen instorten moet de overheid ineens gaan bijspringen. Er wordt geroepen om een zogenaamde bailout.
Heel kort door de bocht komt het er bij een bailout op neer dat centrale banken geld bijdrukken om bedrijven die praktisch failliet zijn overeind te houden. Ze kopen met dat bijgedrukte geld ver boven de marktwaarde de waardeloze aandelen op. Maar als we op die manier bedrijven kunnen redden, dan is dat toch goed?
Dat zou je denken, maar het probleem is dat de aandelen van centrale banken in handen zijn van de overheid en de overheid afhankelijk is van de belastingbetaler. Die waardeloze aandelen komen dus uiteindelijk voor rekening van de belastingbetaler. In de goede tijden slepen aandeelhouders dikke koerswinsten naar binnen en als het misgaat moet de arme belastingbetaler ze komen redden. Wie zijn kont brand hoeft in dit systeem dus niet op de blaren te zitten, dat doet de belastingbetaler wel voor je.
Op dit moment zijn centrale banken over de hele wereld in blinde paniek geld aan het printen, onder andere om bedrijven te redden die dat dus eigenlijk niet verdienen. Zo heeft de Amerikaanse Federal Reserve (centrale bank) inmiddels voor meer dan 2 biljoen(!) aan nieuwe dollars gecreëerd, wat op termijn alleen maar tot een afname van de koopkracht van Amerikaanse dollars kan leiden. De waarde van je spaargeld verdampt waar je bij staat en daarom is bitcoin juist nu zo interessant.
Dit is in het kort de reden waarom ik maandelijks een deel van mijn inkomen gebruik om weer een stukje bitcoin te kopen bij SATOS. Het is de enige geldsoort ter wereld waarvan we precies weten hoeveel er in omloop zijn én waarvan we zeker weten dat er geen enkele overheid of centrale bank is die zomaar nieuwe bitcoin kan bijdrukken.
Dit artikel is een bijdrage van Stijn Jager, werkzaam voor Satos.