Ja, ik dacht ook dat dit al lang beklonken was: vorig jaar al werd aangekondigd dat doelcamera’s tijdens het WK in Rusland gebruikt zouden gaan worden. Nu heeft de – blijkbaar enorm invloedrijke – IFAB (International Football Association Board) gisteren hun semi-jaarlijkse meeting gehad en hebben daar besloten dat de aanpassing van de regels van het voetbal (waar zij over gaan) definitief kúnnen worden aangepast ten faveure van doelcamera’s.
We zijn er dus nog steeds niet helemaal: op 3 maart wordt in Zurich de belangrijkste vergadering van de organisatie behouden en daar zal dan de échte beslissing vallen over de camera’s, die officieel VARs (video assistant referees) worden genoemd.
De raad was in elk geval tevreden met de uitvoerige testen die de systemen hebben doorstaan en het enige dat nog nodig blijkt te zijn is een protocol en handboek om met de nieuwe technologie om te gaan. Als daar overeenstemming over komt zijn de camera’s echt zeker en vast een feit voor het komende WK en daaruit voortvloeiend vermoedelijk ook steeds meer andere competities in het betaalde voetbal. Hoe snel zich dat gaat verspreiden hangt vooral af van wat de systemen gaan kosten: het testsysteem dat in 2014 al gebruikt werd zou niet goedkoop zijn geweest en dan is het de moeite niet om het in te zetten voor minder dan de Champion’s League.
En als je denkt: wie mag dit bepalen? De IFAB zijn de hoeders van de regels van het voetbal: de onafhankelijke organisatie bestaat uit vertegenwoordigers van Engeland, Ierland, Wales, Schotland en de FIFA, die de belangen van de andere 207 andere landen behartigt. Gek genoeg heeft de FIFA qua stemrecht niet genoeg om de andere vier weg te stemmen (want de Britten hadden het idee immers bedacht).
Dit is wel de organisatie die er voor zorgt dat alle veranderingen in de regels van het voetbal maar één kans per jaar krijgen om te worden voorgesteld. Wat er ook gebeurt: voetbal zal heel lang zo goed als hetzelfde blijven. En zo hoort dat ook.
[Afbeeldingen © Kadmy – Adobe Stock]