Luchtballonnen van Google, bekend onder ‘Project Loon’, zorgen ervoor dat meer mensen in het Afrikaanse land Kenia toegang hebben tot internet. ‘Ballon-aangedreven’ internet, het is weer iets nieuws en ziet er behoorlijk spectaculair uit. Toen de coronacrisis eerder dit jaar uitbrak, zat provider Telkom Kenya met de handen in het haar. Het land heeft het laagste percentage internetgebruikers wereldwijd. Internettoegang is nog belangrijker geworden, zeker om mensen te bereiken die wonen in meer geïsoleerde gebieden.
De ballonnen zweven zo’n 20 kilometer boven de grond en bieden 4G-connectiviteit aan ongeveer 25 miljoen Kenianen die geen dekking hebben.
Al sinds 2018 wordt gewerkt aan de basis voor deze nieuwe technologie. Telkom Kenya en Loon, een dochteronderneming van Alphabet (het moederbedrijf van Google), werkten samen om de Kenianen een bredere dekking te bieden op veel meer plekken in het land. Het begin van de coronacrisis maakte het stimuleren van internettoegang in Kenia dringend.
Vandaag is de daadwerkelijke levering van internetdiensten via de ballonnen van start gegaan. De 35 ballonnen die nu in de lucht hangen dekken een 4G-verbinding in een gebied ter grootte van bijna 50.000 vierkante kilometer in centraal en westelijk Kenia, inclusief hoofdstad Nairobi. De ballonnen werden eerder gebruikt in noodsituaties, zoals in Puerto Rico in 2017, nadat orkaan Maria zendmasten had weggevaagd.
De betrouwbaarheid en winstgevendheid van de technologie wordt scherp in de gaten gehouden door telecomaanbieders in andere landen. Loon noemt de nieuwe service zelf een kosteneffectieve oplossing voor de moeilijke uitdaging om internettoegang aan te bieden aan mensen in achtergestelde of afgelegen gebieden. De leiders van Loon namen de ballonvaart in gebruik na twee jaar testen en zeggen dat ze bewust voor Kenia hebben gekozen vanwege de openheid voor nieuwe technologieën.
De ballonnen zijn gemaakt van vellen polyethyleen zijn zo groot als tennisbanen. Ze worden aangedreven door zonnepanelen en worden gestuurd door software vanaf de grond. In de lucht fungeren ze als ‘zwevende zendmasten’. Na ongeveer 100 dagen worden de ballonnen teruggestuurd naar de aarde. Het is een goedkopere oplossing voor landen om hun dekking uit te breiden, er hoeven geen kabels gelegd te worden of celtorens gebouwd.
Dat kan ideaal zijn voor een continent als Afrika, waar slechts iets meer dan 28 procent van de 1,3 miljard mensen in 2019 toegang had tot internet. Het laagste percentage in elke regio ter wereld. En waar wel toegang is, zijn de internetkosten vaak veel te hoog voor de inwoners. Het internet via deze ballonnen moet een stuk goedkoper worden aangeboden en daarmee meer Kenianen online krijgen.
