Ik ben toch verdomme blij dat ik niet net geboren ben. De techniek staat voor niets, en we worden er allemaal vast beter van, maar het plan dat een Franse school nu heeft opgevat gaat wel wat ver. De Business school (excusez, école de commerce) is van plan om studenten die op afstand lessen volgen via een webcam in de gaten te gaan houden. Via een combinatie van kunstmatige intelligentie en gezichtsherkenning wordt dan bekeken wanneer ze niet (meer) opletten.
De software, Nestor genaamd, wordt volgens ontwikkelaar LCA Learning ingezet om de performance van studenten én professoren te verbeteren. Sure. Daarom is ook vast de mogelijkheid ingebouwd om testen te genereren die alleen over datgene gaan wat gezegd of getoond is terwijl de student niet oplette volgens de software.
De andere kant is dat professoren precies kunnen zien wanneer de halve klas af heeft gehaakt, zodat ze die informatieoverdracht anders kunnen insteken of weglaten.
Bij LCA zijn ze er als de kippen bij om te zeggen dat de technologie op dit moment alleen nog op afstand wordt gebruikt, maar dat ze hopen een versie te kunnen maken die ook in de klas zelf gebruikt kan worden en die – fijn – notificaties naar studenten stuurt als ze even niet opletten.
Het zou wel een uitkomst kunnen zijn voor e-learning, dat de laatste paar jaar veel wordt gebruikt, maar vaak bijzonder ineffectief is. Voorstanders van dit soort AI in educatie zeggen dat een digitale leraar zich zou kunnen aanpassen aan de behoeften van een student en zou kunnen zorgen voor effectievere studiegewoontes.
Maar als deze lijn wordt doorgetrokken klinkt het nogal dystopisch allemaal.
Gevraagd over hoe er wordt omgesprongen met alle data die zo verzameld wordt zegt LCA-oprichter Marcel Saucet dat de video niet wordt opgeslagen en dat er verder geen data wordt doorverkocht, dus dat is al iets.
Zijn verhaal gaat dan wel verder met de andere mogelijkheden die de software zou kunnen bieden: het integreren met de kalender van studenten en zelfs het tracken van online activiteiten om mogelijke studiemomenten aan te dragen.
Er wordt letterlijk als voorbeeld gegeven dat als een student ’s avonds graag YouTube-video’s kijkt dat de software dan kan suggereren dat die tijd beter besteed kan worden aan studie. Wat er met die data allemaal gebeurt, zo zegt Saucet, is afhankelijk van de scholen waar de software gebruikt wordt. Je kunt wel uittekenen waar dit heen gaat.
Los van dat alles: als we in een toekomst terecht komen waar er op elk moment gekeken wordt of het koppie er wel bij is heeft dat grote consequenties. Natuurlijk is effectief leren handig en spaart het tijd, maar hebben we in de historie van de electrische apparaten ooit vrije tijd gewonnen doordat we meer konden doen? Nee, het resultaat is altijd hetzelfde: je kunt meer doen dan eerst in dezelfde tijd, dus wordt dat de nieuwe norm.
Als je deze lijn doortrekt naar de jeugd van morgen en hen de mogelijkheid om te dagdromen op school ontneemt is het moeilijk voor te stellen hoe dat de wereld beter maakt. Soms ben je gewoon bezig met iets anders in je hoofd, wat er ook om je heen gebeurt. Mensen zijn geen robots die maar steeds efficiënter gemaakt kunnen worden.
Als ik moeite heb met slapen, helpt het niet als iemand naast me zit die de hele tijd zegt: “je moet slapen”. Datzelfde geldt voor onze aandachtsspanne. Die laat zich nauwelijks forceren, zeker niet als je jong bent. Daar kun je kunstmatige intelligentie tegenaan gooien tot je een ons weegt, maar de kans is groot dat het alleen maar meer stress oplevert voor de mensen, en verkoopbare data voor de bedrijven die ‘helpen’.
[Afbeeldingen © Creativa Images – Fotolia]