Het is een beetje boter op je hoofd hebben als je denkt dat iedereen een drone de lucht in kan sturen. Toch zijn ze gewoon te koop en kun je vrolijk in je achtertuin jouw drone een vluchtje boven je woonwijk laten maken. Of dat mag vragen bezitters zich absoluut niet af. Privacy lijkt niet te bestaan, dat ze af en toe omlaag komen zeilen is bijzaak en dat ze ook gevaarlijk kunnen zijn voor de luchtvaart is de ver-weg-van-ons-bed-show. Dat is eigenlijk best jammer want drones leveren nu eenmaal prachtige beelden wanneer je er een camera aan hangt.
Het is daarom logisch dat er uiteindelijk een stukje wetgeving komt waarin duidelijk wordt wat we wel en niet mogen met deze uitzonderlijke ‘helicopters’ waarbij natuurlijk het gaat om de camera en de beelden. Drones zullen ook nooit meer weggaan en kun je gerust praten over een drone-economie want ook het aantal producenten groeit rap. Inmiddels zijn er behoorlijk coole competities waarbij drones op hoge snelheden door verlaten fabrieken of stadions scheren. Er komt een moment dat dit soort spelen hun eigen Olympics gaan krijgen.
Samengevat, drones zijn populair en cool maar er moet wel iets gebeuren. Er is ook een keerzijde van dit alles en dat is dat drones ook gevaarlijk zijn en kunnen worden gebruikt door groeperingen die een ander doel voor ogen hebben dan leuke beelden schieten. Je kunt stellen dat behalve de technologische vooruitgang en economische groeikansen zijn er ook risico’s voor de openbare orde en veiligheid. Meer drones kunnen in het luchtruim tot gevaarlijke situaties voor het vliegverkeer leiden. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft hiervoor inmiddels vier prototypes van de zogeheten counter-drones laten ontwikkelen voor de luchtverkeersveiligheid, waarmee zelfs terroristen drones in volle vlucht kunnen worden uitgeschakeld.
Om te laten zien hoe deze counter-drones te werk gaan heeft het Ministerie op woensdag 14 september een demodag georganiseerd in Twente samen met Space53 voor de ingebruikname van een nationale testruimte voor counter-drones die drones met andere bedoelingen kunnen signaleren en zo nodig uit de lucht halen.
Space53 is door ondernemers, overheden en kennisinstellingen in Twente geïnitieerd om nationale en internationale partijen te faciliteren die onbemande systemen willen testen op het land, in de lucht en/of het water. Volgens de initiatiefnemers zijn testlocaties als Space53 noodzakelijk, wil Nederland voorop blijven lopen in de snelgroeiende markt voor drones en unmanned systems. Professionele partijen vanuit heel de wereld kunnen zich in Twente bij Space53 melden om hun oplossing te testen of samenwerking te zoeken.
Een van deze counter-drones met de opvallende naam Robird-robotvalk leverde de nodige vragen op die eveneens met regelgeving te maken hebben. Hoe herken je, noem het maar vijandige drones’ en wat gebeurt er precies tijdens zo’n onderschepping. Dat de nickname van robotvalk wordt gebruikt is overigens niet zo heel vreemd want inmiddels worden ook arenden getraind om drones met een camera als prooi te zien. De vogels moeten in de lucht een drone beetpakken om daarna naar een speciale plek op de grond te vliegen.
Het stereotype beeld van drones zal snel worden bijgesteld wanneer voor het grote publiek zichtbaar wordt welke innovaties allemaal mogelijk zijn met onbemande systemen, zo verwachten de initiatiefnemers van Space53. In Twente zijn onder meer al een robotvalk, vliegende tractor, ramenwasautomaat, brandweerdrone en wegwijsrobot ontwikkeld.
Op woensdag 14 september worden deze counter-drones gepresenteerd en getest op Space53. Dit uitgestrekte terrein in Twente is de eerste, nationale testlocatie voor unmanned systems in Nederland.