Gisteren was ik op uitnodiging van de ESA aanwezig op het terrein van de Space Expo in Noordwijk bij een presentatie en live-streaming event voor de geplande lancering van de Artemis I maanmissie. Precies 50 jaar na de laatste NASA vlucht naar de maan, van de Apollo 17, moest het nu gebeuren. Let wel, Artemis I, zoals de missie gedoopt is, gaat niet op de maan landen. Het moet een testmissie worden waarbij de nieuwe SLS raket uiteindelijk een of enkele banen rond de maan zal vliegen voordat hij, een week of zes later, weer terugkeert naar de aarde.
Moet? Ja, moet, want zoals velen van jullie al zullen weten is de lancering gisteren niet doorgegaan. Met de countdown klok op T-40 minuten werd een probleem ontdekt. Er ontsnapte wat gecondenseerde lucht uit de grote bruine brandstoftank en er waren wat problemen met de temperatuurmetingen in een van de solid rocket boosters.
Terwijl de techneuten van NASA druk bezig waren het probleem op te lossen verslechterde ook de weersituatie in de buurt van het Kennedy Space Center in Florida. Daarom werd rond het oorspronkelijke tijdstip van de lancering (14u33) besloten tot een ‘no go’ en dus bleef Artemis I op het platform staan. Het window voor de lancering – de tijdspanne waarbinnen een lancering mogelijk is, liep weliswaar nog tot rond 16u30, maar de weersituatie, in combinatie met de technische problemen, maakte daar vroegtijdig een einde aan.
Dit betekende dus dat alle aanwezigen onverrichter zake naar huis mochten. De volgende kans om Artemis I op weg naar de maan te sturen is op 2 september. Als goedmakertje mochten we wel nog even mee met een rondleiding door de Space Expo. Een bijzonder museum waar onder andere de originele capsule staat waarmee Andre Kuipers enkele jaren geleden naar het ISS reisde, en enkele maanden later weer terug op aarde landen.
Zoals je op onderstaande foto kunt zien heeft zo’n capsule nogal wat te verduren. Het is duidelijk een ruimtevaartuig voor éénmalig gebruik. Begrijpelijk, aangezien hij met een duizelingwekkende snelheid door de dampkring terug naar het aardoppervlak suist, waarbij de temperatuur aan de buitenzijde kan oplopen tot 2000 graden.
Hoewel ‘we’ al meer dan 60 jaar raketten en mensen de ruimte, en naar de maan, sturen, zijn ruimtereizen nog steeds bepaald geen sinecure. Wat je in Star Trek of andere sci-fi films ziet, komt nog lang niet overeen met de werkelijkheid. Voordat een raket de ruimte in geschoten kan worden, moet letterlijk alles kloppen. Er zijn honderden factoren die van invloed zijn op het al dan niet slagen van een lanceerpoging. Uiteraard wordt daarbij niets, maar dan ook écht niets, aan het toeval overgelaten.
Het is dan ook niet vreemd dat de meeste lanceringen niet in de eerste poging de lucht in gaan. Zelf ben ik ooit drie keer naar Cape Canaveral gereisd om de lancering van een Space Shuttle mee te kunnen maken. Dat was in 1997. Voor de kenners: STS-94 van de Space Shuttle Columbia, die enkele jaren later (februari 2003) bij terugkeer naar de aarde verongelukte.
Ik was in juli 1997, voor een vakantie, uiteraard al in de buurt van Florida, op zo’n 5 uur rijden van het Kennedy Space Center. Bij de eerste poging bleef te countdown klok vlak voor de lancering stil staan en werd de poging afgebroken. Enkele dagen later waren we bijna bij het Space Center toen we op de radio hoorden dat ook de tweede lanceerpoging gecancelled was. Na enige twijfel besloten we enkele dagen later toch maar weer die kant op te gaan. Een goede beslissing, want op 1 juli ging de Columbia dan toch eindelijk op weg naar het ISS.
Hoewel wij hemelsbreed op meer dan 10 kilometer afstand van het lanceerplatform stonden, was het een ongelofelijk indrukwekkende ervaring. Vooral toen enkele seconden na de lancering het geluid en de trillingen ons bereikten. Ik zal niet zeggen dat we van onze sokken geblazen werden, want dan zou ik overdrijven, maar het gevoel, trillingen in maag en bulderende geluid waren enorm.
Ik heb in de jaren daarna nog twee andere lanceringen bezocht, maar dat waren kleinere raketten – die satellieten in een baan rond de aarde brachten. Het geweld van de Space Shuttle was in geen velde of wegen te vergelijken. De kleinere raketten maakten ook wel het nodige lawaai, maar vergeleken met de Shuttle waren het niet veel meer dan uit de kluiten gewassen ‘vuurpijltes’.