Tech is al lang geen losstaande sector meer; het is verweven in iedere branche en ieder proces. Tech vormt de basis voor verandering en innovatie. Nu is de vraag: waar gaat het heen? Wat is de invloed van tech in de toekomst op werk, het bedrijfsleven en op de maatschappij? Op 24 en 25 mei was ik aanwezig op The Next Web (TNW) Conference 2018, waar deze vragen werden beantwoord. Op TNW komen koplopers op het gebied van tech samen om te inspireren. Dit in de vorm van 19 tracks, zoals Marketing 2020, Future of Work en Mixed Realities.
We zijn grofweg verdeeld in twee kampen als het om technologie gaat: we love it of we zijn er angstig voor. We zijn nieuwsgierig, of we denken er juist liever niet over na. Echter kunnen we niet om de invloed in de toekomst heen. Dit topic bespraken – onder andere – Alix Rübsaam en Jason Silva op TNW.
Afgelopen jaar luidde een headline in een grote krant ‘AI is a bigger threat than climate change’. Nogal een uitspraak, maar waarom zijn we zo bang? Alix Rübsaam is onderzoeker op het gebied van het post-humanisme en de filosofie van technologie. In haar optiek voelt de mens zich bedreigd. Intelligentie van machines streeft dat van de mens voorbij. Computers gaan verder dan menselijke cognitie. Er zal een intelligentie-hiërarchie ontstaan waarbij de mens niet langer bovenaan staat. “So are we super fucked? It seems like we are,” zegt Alix, “but are we?”
Er is een verband tussen technologische ontwikkelingen en ons zelfbeeld. De ideeën over wat het betekent om te leven hangen hiermee samen. We gaan keer op keer over onze eigen grenzen heen als het om technologie gaat, en keer op keer verwachten we het einde van de mensheid. Zo dachten we in oude tijden al dat wetenschappelijke inzichten ons richting het eind van de mensheid zouden kunnen brengen, maar we zijn er nog steeds. Er zijn juist mooie ontwikkelingen ontstaan. Denk aan het combineren van kennis over het menselijk lichaam met technologie, wat heeft geleid tot de hartmonitor.
Zo moeten we ook naar AI kijken: als een cultureel artefact. Wat is de mensheid? Wat zijn activiteiten, voorkeuren, sympathieën en antipathieën? Dit wordt allemaal gerepresenteerd door data. AI zet deze data in.
Dat we niet bang moeten zijn, daar sluit Jason Silva, futurist & filmmaker, zich bij aan. “There is poetry in what can be possible,” zegt hij. Hij kent dan ook niets dan enthousiasme over de volgende grote stap in technologie: singulariteit.
Vanaf de oudheid zijn we al bezig om ons onvermogen te overwinnen. We gebruikten bijvoorbeeld een stok om verder te reiken. Technologie verstoort de status-quo, net als die stok. De uitdaging waar we voor staan is dat technologie exponentieel ontwikkelt, en het menselijk brein lineair. Hierdoor is onze intuïtie veelal fout en zien we niet op tijd wat komen gaat. Maar is dat een probleem?
Technologen en ingenieurs zijn de exponentiële denkers van de toekomst. Zij kunnen wél meekomen. Denk aan een computer die binnen een aantal jaar is getransformeerd tot een apparaat dat een miljoen keer goedkoper, kleiner en duizend keer krachtiger is: de mobiel. Dit tempo zet zich voort. Over 20 jaar is dit teruggebracht naar een apparaat ter grote van een bloedcel. De wereld van ‘vlees en bloed’ mengt zich met technologie; DNA is code. Oftewel: we bestaan uit programma’s, dus kunnen geprogrammeerd worden. We kunnen onze verbeelding waarmaken. Maar dit geldt niet alleen voor het ‘tunen’ van de mens. Als je atomen namelijk in een patroon kunt gieten, kun je alles veranderen in iets anders – nanotechnologie. Dit zou zelfs het einde van schaarste kunnen betekenen.
Technologieën als nanotechnologie en AI maken ons cyborgs – de mens van de toekomst. We keren ons brein en onze geest binnenstebuiten en leven in onze eigen verbeelding – dat is singulariteit. Technologie is de weerspiegeling van het menselijk lichaam, brein en onze creativiteit. Het is dus nog altijd een gevolg van de mens en het menselijk brein. Kortom: geen reden voor angst.
Deze blogpost is geschreven door Marielle van Zanten, PR Consultant bij Marcommit.