De Belgische overheid besloot afgelopen week dat digitale overheidsdocumenten in de toekomst alleen nog in open standaarden zullen worden uitgewisseld. De maatregel geldt vanaf september 2008, en Belgie is daarmee ’t eerste land dat concreet werk maakt van open-source software.
Het vrije gebruik van open-source software heeft voordelen. Programma’s waarvan de broncode openbaar is, mogen naar eigen smaak gewijzigd worden. Met ’t verspreiden van digitale documenten in niet-open standaarden verplicht je medewerkers en relaties over dezelfde software te beschikken, wat onnodige kosten met zich meebrengt.
In Nederland is in 2002 door de Tweede Kamer de motie-Vendrik aangenomen, waarin staat dat de Nederlandse overheid streeft naar het gebruik van open standaarden. In de praktijk komt daar nog niet zo veel van terecht. Een stap als in België is hier nooit gezet.
Een kansrijk initiatief is ’t internationale ODF-project van Open Office. ODF is een bestandsvorm die geschikt is voor tekstdocu’s, spreadsheets, databases, grafieken en presentaties. Een brede implementatie van open-source door regeringen zou Microsoft (met Office) vroeg of laat voor de keuze stellen: óf vasthouden aan de eigen bestandsformaten en daarmee overheden verplichten andere software dan Office te gaan gebruiken, óf ODF zelf inbouwen in Office en het monopolie verlaten…via NRC