De James Dyson Award is dit jaar gewonnen door de Britse startup Open Bionics. Deze startup heeft een 3D-geprinte robothand ontworpen.
De productie van de robotledematen begint met een 3D-scan van de stomp waar de arm of hand op moet aansluiten. Vervolgens print een 3D-printer stukje voor stukje de prothese die op maat gemaakt is. Dit proces duurt slechts 40 uur. Dit is een stuk sneller dan eerdere methodes waarbij mensen soms maanden moeten wachten op een prothese.
De innovatieve manier is niet alleen snel maar ook een goedkoop. Open Bionics vraagt ongeveer 3.000 pond voor een prothese. Dit is omgerekend 4.125 euro. Dit is enorm weinig in vergelijking met de standaard protheses. De kosten van een regulier model liggen al snel tussen 20.000 en 60.000 pond.
Iets kan nog zo goedkoop zijn, maar met een prothese is het ook van belang dat hij gewoon goed werkt natuurlijk. In tegenstelling tot andere protheses werkt de hand van Open Bionics met myo-elektrische sensoren. Deze sensoren zijn verbonden met de spieren in de onderarm en zorgen ervoor dat de vingers kunnen bewegen.
Daarnaast kunnen de sensoren ervoor zorgen dat druk die de vingers uitoefenen op bijvoorbeeld een voorwerp worden beperkt. Denk aan een flesje water. Wanneer de robothand deze vastpakt, moet hij minder kracht gebruiken, want anders komt al het water eruit gespoten en dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Open Bionics heeft met het winnen van de James Dyson Award maar liefst 45.000 dollar binnen weten te slepen. Dit geld gaan ze, samen met het geld van verschillende crowdfundingacties, gebruiken om een nieuwe 3D-printer te kopen. Daarnaast willen ze ook de commerciële plannen van het bedrijf verder uitwerken.