De Consumer Electronics Show (CES) van begin dit jaar was de eerste in lange tijd waarop 3D geen hoofdrol speelde. Een verademing, zo schreef Vlad Savoy op The Verge: eindelijk heeft men deze dubieuze technologie verbannen en is men meer aandacht gaan schenken aan innovaties die er echt toe doen, zoals hogere resoluties, gebogen displays en OLED.
3D was ooit de grootste trekpleister op de jaarlijkse CES, maar is nu niet meer dan een beschamende voetnoot. LG wijdde er enkele woorden aan, Samsung vermeldde terloops de 2D-naar-3D conversietechnologie en Netflix begint binnenkort met online 3D-streaming. Weg waren echter de enorme posters met mensen die uit tv’s stappen of hostessen die 3D-brilletjes uidelen. Aan de ene kant is 3D-technologie zo wijdverspreid geworden dat de meeste tv-producenten ze geïntegreerd hebben in hun nieuwste generaties tv’s. Aan de andere kant hebben ze het duidelijk opgegeven om de 3D-televisie zelf aan te prijzen als een pronkstuk van innovatie.
Het gebrek aan interesse voor 3D op de CES is de weerspiegeling van de onverschilligheid waarmee consumenten tegen deze technologie aankijken. 3D is dus een vreemd en ironisch lot beschoren, besluit Savoy: de technologie is nu overal te koop, maar niemand die er iets om geeft.