Van Italië verwacht je zoiets niet, maar in een internetcafé even je mail checken is er niet zomaar bij.
Paspoort per favore! Paspoort? Jawel, want anders mag je niks.
Da’s niet alles, want het paspoort wordt eerst door de scanner gehaald, en worden de gegevens door de eigenaar van het internetcafé nog eens in de computer getikt.
Daarna krijg je een pasje waar een barcode en een nummertje op staan en daarmee kun je een sessie opstarten op een van zijn computers. Die sessie is via die id dus gekoppeld aan jouw identiteit.
Waarom? “Dat is Europese wet meneer”.
Flauwekul natuurlijk, maar toen ik hem erop wees dat ik volgens de Nederlandse wet (dat ongeacht de grondwet dan wel verdrag perikelen toch ook vrij Europees is) niet verplicht kan worden om mijn paspoort te laten kopiëren, haalde hij zijn schouders op: “take it, or leave it”.
“Dit is Italië, en als ik het niet doe kan ik mijn zaak sluiten”.
Het is maar dat u het weet.
Amerikanen maken dus niet zoveel gebruik van internet daar, want die zijn – al dan niet terecht – nogal panisch van terroristen gedoe, en verdommen het meestal om hun paspoort zomaar uit handen te geven.
Maar ja, aan de andere kant gaat zelfs Italië mee met deze moderne tijden, en dat heeft zo ook weer zijn voordelen.
In Radda in Chianti zat een Yank s’morgens vroeg met een Mac Probook vrolijk draadloos te internetten in een koffiebarretje. Via de hotspot van die moderne kroegbaas?
Nee, zei mijn mede-Mac’er, want die had om zijn paspoort gevraagd en daar begon hij dus niet aan.
Hij had toch maar die laptop aangezet en jawel, er was zelfs in dat dorp iemand die vergeten was om zijn draadloos gedoetje te encrypten.
P.s. Het zal misschien aan die hoge bergen liggen, maar overal in de Franse, Zwitserse, Ialiaanse en Oostenrijkse Alpen pakte mijn Nokia de afgelopen vijf weken iedere dag zonder problemen draadloos internet op. Maar ja, het is ook alweer 2007.