Het parlement van Zuid-Korea heeft op vrijdag een controversieel wetsvoorstel aangenomen waarmee de activiteiten van ride-hailer Tada sterk worden beperkt. Tada werd al snel een groot succes sinds de lancering eind 2018, maar werd geconfronteerd met taxichauffeurs die boos waren over de in hun ogen oneerlijke concurrentie.
De nieuwe wet bepaalt dat voertuigen met 11 tot 15 zitplaatsen gedurende ten minste zes uur moeten worden gebruikt en dat ze moeten worden gehuurd of teruggebracht op luchthavens of zeehavens.
Het waren nou juist voertuigen met 11 tot 15 zitplaatsen die door Tada werden gebruikt om een Uber-achtige service aan te bieden. In Zuid-Korea mogen geen privé-voertuigen worden gebruikt voor betaald transport, maar deze voertuigen met ten minste 11 zitplaatsen werden niet beschouwd als privé-voertuigen en vielen dus niet onder deze wet.
De goedkeuring van het wetsvoorstel komt nadat Tada medio februari werd vrijgesproken van schendingen van de vervoerswet. Aanklagers hadden een gevangenisstraf van een jaar geëist voor leidinggevenden van Tada en moederbedrijf Socar, met het argument dat Tada in feite een taxidienst zonder vergunning was.
Na de goedkeuring van het wetsvoorstel zei Lee Jae-Woong, ondernemer en hoofd van Socar, via Facebook dat hij de diensten van Tada zou stopzetten en excuses zou aanbieden aan de gebruikers. Hij vroeg wie het aandurfde om innovatieve startups in het land te koesteren.
De herziene wet gaat van kracht 18 maanden na de bekendmaking ervan.
Tada, gelanceerd in oktober 2018, heeft 1,7 miljoen gebruikers. Het bedrijf profiteerde van een enorme vraag naar een alternatief voor taxi’s en wordt financieel gesteund door de Japanse financier SoftBank.
