We kunnen ons heel goed voorstellen dat Facebook niet blij is met de massale social media boycot van veel merken. Zij lieten de afgelopen weken sociale platforms links liggen als reactie op de verspreiding van haat. De toon is de laatste maanden harder geworden en op grote social media kanalen zoals Facebook wordt enorm veel haat verspreid. Merken zoals Coca-Cola en Starbucks adverteren daarom tijdelijk niet meer op het platform.
Die adverteerders vinden de toegenomen hatelijke comments vervelend en zijn van mening dat de objectiviteit verdwijnt. Daar zijn algoritmes verantwoordelijk voor. Like jij veel posts van linkse of rechtse politici, dan zie je de posts en meningen van de andere kant namelijk niet meer. Bovendien wordt er helaas nog volop nepnieuws verspreid via social media. En dus moest Facebook zich ook zelf achter de oren krabben. Hoewel het niet kan voorkomen dat er discussie ontstaat, zijn die algoritmes wel kwalijk en dat vinden hun adverteerders ook. Natuurlijk komt de techgigant dan wel in actie, op deze manier lopen ze immers veel inkomsten mis.
Facebook moest dus wel ingrijpen en doet dat door een campagne op te zetten die gebruikers moet helpen om nepnieuws te spotten. Volgens Vice-President Noord-Europa Steve Hatch van Facebook is het commentaar niet zomaar aan het bedrijf voorbijgegaan en zetten ze daarom nu een campagne op met factcheckers. Experts reageerden hier al op met de boodschap dat het misschien wel ‘Too Little, Too Late’ is. De campagne verwijst mensen bovendien naar de website StampOutFalseNews.com en die moet gebruikers ‘opvoeden’ in het herkennen van nepnieuws. De vraag is natuurlijk in hoeverre gebruikers dat nu echt gaan doen.
De afgelopen dagen hebben meer dan 150 bedrijven aangekondigd dat zij tijdelijk stoppen met het plaatsen van advertenties op Facebook. Daarvoor hebben zij de hashtag #StopHateForProfit in het leven geroepen. En die actie wordt door veel bekende merken en mensen ondersteund.
Het verspreiden van nepnieuws is al jaren een groot probleem op Facebook en andere platforms zoals Twitter. Na de uitbraak van het coronavirus laaide de fake berichtgeving alleen maar verder op.
Steve Hatch vertelde in een interview met BBC dat medewerkers van Facebook dag en nacht bezig zijn om nepnieuws aan te pakken en vooral te onderscheppen. “Als gebruikers informatie delen die schade kan veroorzaken in de ‘echte wereld’, dan verwijderen we het. Dat hebben we al in honderdduizenden gevallen gedaan”, aldus Hatch. Maar dat is niet op tijd en genoeg, volgens Chloe Colliver, hoofd van de digitale onderzoekseenheid van het Institute for Strategic Dialogue, een anti-extremisme-denktank.
Facebook en andere social media platforms staan daarnaast onder druk door misleidende informatie of opmerkingen die tot geweld kunnen aanzetten, zoals die van de Amerikaanse president Donald Trump. Tijdens de protesten die volgden op de moord op George Floyd waarschuwde de president zelfs met de boodschap: “Het is een moeilijke situatie en we zullen de controle overnemen, maar als de plundering begint, begint de schietpartij.” Twitter reageerde daar snel op door het te verbergen en rapporteren als ‘geweldsverheerlijking’, Facebook liet de post echter staan.
Dan denk je misschien dat Facebook zich nu ECHT achter de oren krabt, maar nee. In navolging van CEO Mark Zuckerberg zegt Hatch dat de opmerking van Trump de regels van Facebook niet heeft geschonden. Hij doelde er volgens het platform namelijk niet op dat mensen het recht in eigen hand moeten nemen, maar het zou een verwijzing zijn naar de inzet van troepen van de ‘National Guard’. Het lijkt er dus nog niet echt op dat Facebook groots in actie komt, maar de tijd zal het leren.
To be continued…..
