Digg is uit de dood herrezen – wint het ook zijn voormalige roem terug?

Acht weken geleden ging de volledig herziene en opnieuw vormgegeven sociale nieuwssite Digg online. En langzaam maar zeker wint de site fans, unieke bezoekers en traffic terug.

Het nieuwe Digg is niet te vergelijken met het oude Digg. En misschien is dat niet zo verkeerd, als je kijkt naar de langdurige en deprimerende staat van achteruitgang waarin de site sinds zijn hoogtepunt zo’n zes á zeven jaar geleden verkeerde. De laatste jaren degradeerde Digg, dat ooit het gezicht van internet veranderde en revolutionair was in de manier waarop het gebruikers leuke en interessante informatie met elkaar liet delen, door verwaarlozing en mismanagement tot het punt waarop het ronduit een lachertje was. In juli van dit jaar werd de website voor een habbekrats (zo’n € 415.000) verkocht.

De teloorgang van Digg was een running gag, met als toppunt de lage verkoopprijs. (Naar het schijnt, heeft dit bedrijf ooit een bod van 160 miljoen dollar van Google gekregen!) Na een aantal slechte site-aanpassingen die bezoekers wegjoegen en zorgden voor veel spam, leek Digg zo dood als een vogeltje. Schuldeisers dreigden er de stekker uit te trekken en de servers bij Digg HQ te claimen, tot het webontwikkelingsbureau Betaworks zich over het stervende merk ontfermde. Wie had ooit gedacht dat de site in slechts twee maanden uit de dood zou herrijzen?

Het lukte Betaworks te doen wat voor onmogelijk werd gehouden: van Digg weer een nuttige en bruikbare site maken. Wie nu een kijkje neemt op Digg.com, wordt begroet met veel afbeeldingen en titels van interessante verhalen van overal op het internet. Het lijkt erg op Pinterest, maar dan voor nieuws en hoewel het niet bijzonder baanbrekend is, is het handig, overzichtelijk en functioneel. De spam is weg, net als de terugkerende golf van spam-achtige artikelen die er door een aantal gebruikers steeds weer op werden gezet in een poging het systeem in de maling te nemen.

Toegegeven, veel trouwe Digg-fans die de site uit gewoonte nog altijd bezoeken, zullen veel van de oude kenmerken waar Digg om bekend stond missen. Het community-aspect van de site is tot een minimum beperkt. Zo kunnen bezoekers geen opmerkingen meer plaatsen of een artikel dat ze niet leuk vinden wegstemmen of ‘begraven’. Zelfs de klassieke ‘Digg-it’-button lijkt alleen nog een nostalgische functie te hebben; het doel ervan is niet duidelijk omdat met het verdwijnen van de community ook het idee van een waardering of competitie weg is.

Tijdens een interview voor een aantal technologietijdschriften gaf John Borthwick, CEO van Betaworks, de indruk niet precies te weten wat er in de toekomst met Digg gaat gebeuren. Het team, uitgebreid door de opvulling van een een groot aantal ICT vacatures, richt zich nu vooral op het wegpoetsen van de slechte herinneringen en mislukkingen van de site en probeert uit de as iets nieuws en beters te smeden. Op dit moment is Digg “gewoon een kwestie van experimenteren en leren“, zegt Jake Levine, algemeen manager van de site. “Al doende bouwen we tools en proberen zo de site aantrekkelijker en efficiënter te maken.“

Hoe het nieuwe Digg het zal gaan doen als de site het moet opnemen tegen de bestaande concurrentie, valt nu nog moeilijk te zeggen. Het resultaat zal echter sterk afhangen van de manier waarop Betaworks van plan is inkomsten te gaan werven. Het staat in ieder geval vast dat Borthwick vastbesloten is weg te blijven van het plaatsen van, om met zijn woorden te spreken, “waardeloze reclamebanners”.

Hoewel het nog wel eens lastig kan blijken om een houdbaar inkomstenmodel voor de site te ontwikkelen, volstaat het nu te zeggen dat Diggs niet dood is. Verre van dat zelfs! Het is terug: netter, gezonder en praktischer dan ooit.