​Wordt jouw OpenStack-oplossing echt open?

Dat de cloud het mogelijk maakt om infrastructuur af te nemen alsof je een auto huurt, is al jaren niets nieuws meer. Dat OpenStack op dat vlak is uitgegroeid tot dé standaard voor Infrastructure-as-a-Service (IaaS) wekt al evenmin verbazing. Maar een technische keuze voor OpenStack is niet het hele verhaal. Er blijven nog genoeg dilemma’s over, vooral op zakelijk vlak. Welke beslissingen zijn cruciaal voor een succesvolle IaaS-implementatie op basis van OpenStack?

Geen RFP waarin je tegenwoordig niet de eis tegenkomt dat de IaaS-oplossing moet zijn gebaseerd op OpenStack. Niet zo gek, want een open standaard is toekomstgerichter dan een dichtgetimmerde oplossing: er wordt stevig op doorontwikkeld door vele partijen en je hebt geen last van vendor lock-in. De oorspronkelijke ontwikkelaars Rackspace Hosting en NASA besloten de technologie te doneren aan de open source-gemeenschap, omdat ze ervan overtuigd waren dat een open ontwikkelmodel de enige manier is om standaarden voor cloud-infrastructuur te realiseren. De broncode is openbaar, iedereen kan code doneren, documentatie aanvullen, vertalingen doorgeven en verbeteringen of bugs melden, allemaal via de OpenStack Foundation. Zo kan iedere organisatie zijn eigen, goed te beheren cloud inrichten op standaardhardware. Aanzienlijk flexibeler dan een infrastructuur op basis van één type hardware.

OpenStack is niet de enige open oplossing voor IaaS-omgevingen. Ook CloudStack en Eucalyptus zijn open-source-platformen voor de cloud, maar OpenStack lijkt zo langzamerhand de de facto-standaard geworden. Dat komt doordat OpenStack meer een technologie is dan puur een platform. Een technologie die via openbaar toegankelijke API’s rekenkracht beschikbaar stelt aan applicaties, netwerken softwarematig (in plaats van met kabels en apparatuur) beheert en daardoor onbeperkt kan opschalen, en bovendien grenzeloze virtuele opslagmogelijkheden creëert – allemaal aan te sturen vanuit één dashboard dat in de eigen huisstijl kan worden ingericht. De steun van grote IT-ondernemingen zoals IBM, Red Hat, AT&T, HP, Canonical en SUSE zet nog eens extra vaart achter de ontwikkelingen, een fenomeen dat we ook bij Linux zagen gebeuren. Daarmee wordt de RFP-eis van OpenStack bijna een open deur, want wie doet er tegenwoordig niet mee aan OpenStack? Dus als het vinkje ‘OpenStack’ eenmaal is gezet, wie kies je dan?

Een open standaard is immers prachtig, maar daarmee heb je nog geen werkbare oplossing die op een robuuste manier kan worden ingezet in een zakelijke omgeving. Bovendien kun je van vendor lock-in zomaar belanden in een ‘community lock-in’ – het standaardargument tegen open-source. Toch is er een groot verschil: in een open-source-omgeving kun je altijd elders kijken. OpenStack is bovendien zo flexibel dat een oplossing altijd is aan te passen aan de eigen wensen. En dan is het toch wel prettig dat diverse grote IT-ondernemingen inmiddels een commerciële invulling geven aan OpenStack: enerzijds profiteer je van hun kennis en expertise, anderzijds kun je altijd ergens anders terecht om eventuele gaten in te vullen.

Maar het liefst wil je natuurlijk vooraf zo min mogelijk gaten. Daarom is het van belang om het commerciële aanbod te toetsen op drie belangrijke eigenschappen:

1. Combinatie van managed local, private en public cloud

OpenStack is zo krachtig omdat het in staat is om drie werelden – managed local, private cloud en public cloud – samen te brengen binnen één beheeromgeving. OpenStack biedt immers een allesomvattend raamwerk voor alle smaken. Toch zijn er niet veel leveranciers die kennis hebben van al die drie omgevingen. Bij een selectie van leveranciers zou dat een belangrijke voorwaarde moeten zijn, want alleen zo maak je optimaal gebruik van de kracht van OpenStack.

2. Meer dan kale infrastructuur

OpenStack is oorspronkelijk ontwikkeld als open IaaS-oplossing. Daarmee kun je op een voordelige manier met standaardhardware een infrastructuur neerzetten voor de uitrol en het beheer van cloudapplicaties. Maar infrastructuur is één, alles wat een infrastructuur betrouwbaar en veilig maakt is twee. Dan is het nuttig als je een leverancier hebt die ondersteuning biedt op alle facetten en componenten van een infrastructuur, bijvoorbeeld op het essentiële vlak van security.

3. Opstap naar Platform-as-a-Service

Een IaaS-oplossing op basis van OpenStack is feitelijk de cloud in zijn pure, oorspronkelijke vorm: infrastructuur-uit-de-muur. Maar wil je in echt rap tempo nieuwe applicaties uitrollen en die in korte ontwikkelcycli blijven aanpassen? Dan ontkom je niet aan de volgende stap: dan moet niet alleen de infrastructuur klaarstaan, maar een heel platform, met alle middleware, databases, noem maar op, passend bij de applicatie die je voor ogen hebt. Met andere woorden: Platform-as-a-Service (PaaS). Dan is het handig als je leverancier PaaS-oplossingen biedt die zijn ontwikkeld op OpenStack en rechtstreeks praten met OpenStack. Zo kun je doorgroeien naar complexere cloudoplossingen terwijl je binnen dezelfde standaard blijft werken.

Met deze overwegingen in het achterhoofd kun je een leverancier selecteren die jou tot in lengte van dagen kan bijstaan, zonder dat je eraan vastzit. Want het spreekt vanzelf dat een open invulling van OpenStack de voorkeur verdient boven ‘eigen’ invullingen van OpenStack, die er ook zijn. Controleer dus ook of de leverancier de principes van de Topology and Orchestration Specification for Cloud Applications (TOSCA) ondersteunt. Want pas dan kun je daadwerkelijk uiteenlopende cloudomgevingen met elkaar verbinden en applicaties over en weer migreren. Het resultaat: een echt optimale workloadverdeling over alle beschikbare infrastructuur. Want dat is waar het OpenStack uiteindelijk om was begonnen.

Deze blogpost is geschreven door Edwin Schouten, Senior Cloud Advisor bij IBM Benelux.

[Afbeelding: © Melpomene – Fotolia.com]