Meta heeft al een taalmodel dat Llama heet (LLama 2 zelfs al), maar nu heeft het daar een lamaatje bijgezet: Code Llama. Het is een nieuwe tool waarmee op makkelijke manier code kan worden geschreven, maar waarbij ook het werk van menselijke programmeurs kan worden gecontroleerd. Hierdoor zou je in potentie nog veel sneller apps kunnen maken.
Het is in principe gratis voor onderzoekers, maar ook voor commercieel gebruik: het is in dat opzicht een vrij open hulpstuk. Meta zegt dat het kan helpen om regels code te maken, maar ook dat het kan debuggen als je het op een bepaald gedeelte code wijst. Er is voor gebruikers van Python ook een speciale variant die Code Llama-Python heet en een variant voor natuurlijke taal genaamd Llama-Instrct.
Misschien vraag je je af waarom je dit zou lezen als je geen programmeur bent. Het is interessant om inzicht te krijgen in wat bedrijven zoal doen om programmeurs te helpen: zij maken immers de websites die je bezoekt, de apps die je gebruikt, enzovoort. Je kunt ook zelf leren programmeren, mocht je bijvoorbeeld je eigen website willen maken. Dat betekent niet dat je alles moet kunnen of kennen, maar een beetje basiskennis helpt je wel sneller tot een oplossing te komen als je tegen een probleem aanloopt.
Je ziet ook meer focus op programmeren sinds we AI-chatbots in ons leven hebben: zo kun je ook aan ChatGPT vragen om een stuk code te controleren of te schrijven. De tool kan je daar gewoon bij helpen, zodat je daar niet allerlei andere software voor nodig hebt. Net als in gewone tekst zal het hierbij ook waarschijnlijk wel foutjes maken, maar het kan je wel een stuk op weg helpen.
Meta wil met deze tool niet alleen zorgen dat het programmeurs makkelijker wordt gemaakt om snel te programmeren. Het zegt: “Het doel is om de efficiëntie van ontwikkelaarsworkflows te verbeteren, zodat ze zich kunnen concentreren op de meest op de mens gerichte aspecten van hun werk.” Kortom, het wil helpen om programmeurs uit dat stigma van antisociale mensen die maar in hun computer zitten te halen en vooral: ze te helpen om meer met de menselijke taken van hun werk bezig te zijn. Overleggen, nieuwe ideeën bedenken, luisteren wat een klant wil: dat soort dingen.
Overigens moeten AI-chatbots en programma’s die iets te enthousiast helpen met programmeren wel oppassen. Microsoft en OpenAI worden bijvoorbeeld aangeklaagd voor Copilot, omdat het gelicenseerde code herproduceert. En dat komt eigenlijk een beetje terug bij het verhaal van kunstenaars die Dall-E aanklagen: de tool heeft geleerd van hun werk en neemt hen nu hun werk af.
Misschien worden programmeurs ten onrechte niet gezien als kunstenaars, maar ook zij maken dingen, bedenken dingen, rekenen dingen uit, en hebben vaak met pijn en moeite een mooi stuk geprogrammeerd, om dat dan vervolgens binnen een paar seconden te zien worden ‘uitgespuugd’ door zo’n AI-programma. Het is en blijft dus een heel dubbele zaak (en eentje waarover een rechter al oordeelde dat AI zelf geen auteursrecht kan claimen). Maar ja, moeten programmeurs dan allemaal het wiel opnieuw uitvinden? Er zal toch een weg moeten worden gevonden om hierin te navigeren.
