Art ziet zichzelf als onderzoeksjournalist en doorgrondt het liefst thema's die anderen volgens hem laten liggen. Verklarende en verdiepende artikelen vormen zijn stijl. Hij schuwt ingewikkelde materie daarbij niet.
Uit bijgaand artikel komt het beeld naar voren dat de wereldwijde financiële markten nog steeds dansen op een vulkaan. De lichte ontvlambaarheid van de financiële markten zal ik hieronder inzichtelijk maken voor niet-economen. Dit doe ik aan de hand van enkele virtuele beleggingscondities op planeet B en planeet C.
Planeet B – geen schuldenposities
Op planeet B kan een belegger slechts handelen in aandelen, maar is het verboden om schulden aan te gaan. Bij sterk dalende beurskoersen proberen sommige beleggers om van hun aandelen af te komen. Als gevolg van de enkelvoudige positieve feedback die handelen tot gevolg heeft, kunnen beurskoersen hierdoor nog sneller dalen. Vanwege een toenemend globaal negatief sentiment kunnen beurskoersen hierdoor in principe in een vrije val raken. Eindresultaat vormt een potentiële beurskrach.
Een beurskrach is niettemin uiterst zeldzaam op planeet B, omdat veel beleggers gewoon zullen blijven afwachten totdat de beurskoersen zich weer herstellen. De beleggers op planeet B blijven weliswaar tijdelijk iets armer en berooid achter, maar ze gaan niet failliet. Ze zijn weliswaar een deel van hun spaarcenten en misschien hun trots kwijt, maar ook niet meer dan dat. Doordat het op planeet B verboden is om schulden aan te gaan, kunnen beleggers nooit meer kwijtraken dan wat ze hebben. Hierdoor zijn de financiële markten niet bijzonder bewegelijk of volatiel en komt een beurskrach op planeet B eigenlijk zelden voor. Daarentegen is het globale investeringsklimaat als gevolg van het verbod op het aangaan van schulden niet bepaald optimaal te noemen.
Planeet C – beperkte schuldenposities
Op planeet C kan een belegger slechts handelen in aandelen, maar is het daarentegen niet verboden om schulden aan te gaan. Als gevolg van het opbouwen van schuldenposities zijn de financiële markten op planeet C volatieler dan op planeet B. De risico’s en daarmee de belangen zijn immers groter. Toch is er nog steeds sprake van een grotendeels enkelvoudige positieve feedback op handelen, maar als gevolg van de grotere risico’s en belangen kunnen de beurskoersen potentieel wel sneller dalen dan op planeet B. Waar op planeet B de belegger in principe geduldig kan afwachten tot de beurskoersen zich herstellen, is dit op planeet C meestal geen optie. De schulden waarmee je dan als belegger achterblijft, kunnen je immers al ruim voor die tijd financieel de kop kosten. De reaktie op sterk dalende beurskoersen is daardoor over het algemeen heftiger dan op planeet B. Een beurskrach op planeet C behoort daardoor zeker tot de reële mogelijkheden. Het globale investeringsklimaat op planeet C is vanwege de mogelijkheid om schulden aan te gaan weliswaar een stuk optimaler dan op planeet B.
Een teveel aan schuldenposities brengt financiële markten in de problemen
Op planeet Aarde kan een belegger behalve in aandelen ook handelen in allerhande complexe of afgeleide financiële producten. Daarnaast is het op Aarde niet ongebruikelijk om schulden aan te gaan om te beleggen. Binnen eerder genoemde complexe of afgeleide financiële producten kunnen bovendien tevens hergefinancierde schuldenposities zijn opgenomen. Alles met het oog op het creëren van extra beleggingswaarde als gevolg van de hefboomwerking van schuldenposities. Al met al ontstaan hiermee tot op zekere hoogte ondoorgrondelijke financiële markten. Vanwege de verwevenheid van complexe of afgeleide financiële producten met relatief hoge schuldenposities zijn de financiële markten op Aarde hierdoor nog een heel stuk volatieler dan op planeet C.
Het voornaamste gevolg is dat een niet-onaanzienlijk deel van de totale beleggingswaarde op deze manier voortkomt uit schuldenposities. In tijden van een positief sentiment kan de totale beleggingswaarde hiermee tot op grote hoogten worden opgestuwd. Een groot gedeelte van de beleggingswaarde welke voortkomt uit schulden betreft een vorm van gecreëerde waarde, slechts gebaseerd op een positief sentiment en beleggersvertrouwen en niet zozeer op een reële economische waarde. Dit is gebaseerd op het principe van de hefboomwerking van schuldenposities. Overigens dient er voor een gezond globaal investeringsklimaat wel degelijk sprake te zijn van een zekere kwantificeerbare verhouding tussen schuldenposities en reële economische waarde. Het lijkt er alleen op dat deze verhouding op Aarde structureel flink zoek is.
Wanneer de verhouding tussen gecreëerde waarde en reële economische waarde voor langere tijd zoek is, spreken we doorgaans van een beleggingsbubbel. Bij het omslaan van het sentiment kan deze bubbel even gemakkelijk weer leeglopen. Vanwege een hoog risico en een grote onzekerheid is een gebrek aan beleggersvertrouwen zo ontstaan. Hoe groter de bubbel, hoe groter de beurscorrectie. Hierdoor verdampt er in eerste instantie vooral gecreëerde beurswaarde en verliezen schuldenposities bij zowel beleggers als kredietverstrekkers hun noodzakelijke tegenwaarde, met alle paniekreakties van dien.
Perverse meervoudige positieve feedback op handelen
Hierdoor is er op planeet Aarde feitelijk niet langer sprake van een gezonde enkelvoudige positieve feedback, maar eerder van een perverse meervoudige positieve feedback op handelen. De complexe of afgeleide financiële producten zijn hier deels debet aan, net zoals de hoogte van de schuldenposities zelf. Doordat de financiële markten daardoor op een ondoorgrondelijke manier zijn verweven met schuldenposities, kunnen de effecten van sterk dalende koersen tot een onverwachts cascade- of domino-effect leiden. Zowel beleggers als kredietverstrekkers wereldwijd zullen in het geval van sterk dalende koersen hun knopen tellen en hun beleggingsposities proberen af te bouwen. Deze perverse meervoudige positieve feedback op handelen kan gemakkelijk leiden tot de totale ineenstorting van koersen met een wereldwijde beurskrach tot gevolg. Dientengevolge is een beurskrach op Aarde helemaal niet zo zeldzaam. Gemiddeld iedere 10-15 jaar is er wel sprake van flinke koerscorrecties en verschillende keren per eeuw (i.c. 1929, 1987, 2008) lijkt er sprake te zijn van een wereldwijde beurskrach met enorme economische gevolgen.
De volgende wereldwijde beurskrach laat gegarandeerd op zich wachten
Een overmaat aan hebzucht en een gebrek aan toezicht vormen de belangrijkste ingrediënten voor de volgende op handen zijnde wereldwijde beurskrach. De hebzucht uit zich met name bij kredietverstrekkers die complexe of afgeleide financiële producten mogelijk maken waarbinnen deels hergefinancierde schuldenposities een voorname rol innemen.
Het gebrek aan toezicht uit zich met name doordat de bevoegde financiële autoriteiten een ongebreidelde groei van ondoorzichtige en risicovolle complexe of afgeleide financiële producten blijven toestaan. Enerzijds vanwege economische korte termijn belangen en anderzijds vanuit de misplaatste politieke overtuiging dat overheidsingrepen op de financiële markten kunnen leiden tot een beschadigd beleggersvertrouwen.
Alsof een wereldwijde beurskrach uiteindelijk niet precies hetzelfde in zich draagt, maar dan duizenden malen erger? Het voornaamste verschil is echter dat daar politiek niemand voor verantwoordelijk kan worden gehouden. Met een voorkomen van slechts enkele keren per eeuw kan er vrijwel niemand politiek verantwoordelijk worden gehouden voor de eerstvolgende wereldwijde beurskrach!
[Fotocredits – Quality Stock Arts © Adobe Stock]