De roze trui van Steven Kruijswijk zorgt online voor veel exposure

Jarenlang was het ondenkbaar dat een Nederlander bij het wielrennen de leiderstrui in de laatste week van een grote ronde zou dragen. Nadat het eerder Nederlander Tom Dumoulin in de Vuelta lukte is het nu ook Lotto/Jumbo-renner Steven Kruijswijk die succes boekt, en wel in de Giro D’Italia. Het begint er steeds meer op te lijken (met 3 minuten voorsprong op de nummer 2) dat hij zal gaan zegevieren. Iets dat zijn team Lotto-Jumbo online veel zichtbaarheid oplevert.

Roze trui vaker besproken dan overname

Het aantal keer dat de naam van Kruijswijk is genoemd op een online nieuwssite of op social media bereikte in het weekend van 21 mei een recordhoogte. Zijn naam werd in dat weekend vaker genoemd dan zijn sponsors Lotto en Jumbo ieder andere dag in 2016. Zelfs toen Jumbo op 26 januari La Place van het failliete V&D kocht werd dit aantal berichten niet bereikt.

Alle pieken over het merk Lotto in de volumegrafiek worden veroorzaakt door sportsponsoring. De contractverlenging van Sven Kramer (begin januari) en de roze trui van Kruijswijk zorgen voor de grootste pieken van Lotto. Van alle online en social media berichten over Lotto wordt in 66% van de gevallen over de sportploeg Lotto/Jumbo gesproken.

Kruijswijk zelf actief

In de volumegrafiek van Buzzcapture is te zien dat Kruijswijk zelf het afgelopen weekend vaker is genoemd dan zijn team Lotto-Jumbo. Doordat Kruijswijk op zijn eigen social media kanalen in bijna iedere uiting Lotto-Jumbo noemt en op zijn profiel-, omslagfoto en biografie lift de sponsor ook mee op dit bereik.

Kruijswijk zelf is op Twitter het meest actief en plaatste op Facebook en Instagram het afgelopen weekend geen bericht. Algemeen directeur Richard Plugge van de wielerploeg zegt hierover: “We stimuleren social media gebruik en helpen hier en daar. Het belangrijkste echter vinden we dat de renner zelf de afzender is. Authenticiteit staat voorop, vandaar dat we iedereen z’n eigen kanaal laten kiezen: Twitter, Facebook, Instagram, de meesten zitten op Strava.”