De jongste generatie mediaconsumenten groeit op met het idee dat het internet een walhalla is van gratis nieuwsberichten, blogs, video´s en voor wie wil; achterklap. Maar voor niets gaat de zon op. Alles kost geld. Want uitgevers en nieuwssites verdienen wel degelijk aan advertenties. Tot zover niets aan de hand. Maar achter de beeldschermen schuilt een wereld van adverteerders die handelen in profielen van internetgebruikers om zo gericht mogelijk reclame te kunnen tonen.
Om gepersonaliseerd reclame te maken installeren adverteerders zogenaamde ‘tracking-cookies’ op de pc’s, smartphones, laptops en tablets van website-bezoekers. Zo kunnen zij in kaart brengen welke sites iemand nog meer bezoekt vanaf een bepaald toestel. Zo kun je advertenties te zien krijgen die specifiek gericht zijn op zwangere vrouwen, of die bijvoorbeeld datingsites voor single mannen promoten. Dat kan handig zijn als je daar toevallig naar op zoek bent, maar lang niet iedereen zit daar op te wachten.
Door online tracking kom je al snel in een filter-bubbel terecht waarbij je alleen nog maar in aanraking komt met voorgekauwde informatie en advertenties. Daarmee krijg je digitale oogkleppen opgezet en word je zo min mogelijk geconfronteerd met ideeën die je van de gebaande paden zouden kunnen brengen. Profielen van internetgebruikers zijn nog relatief onschuldig als ze inderdaad slechts voor advertenties worden gebruikt. Maar wat als ze in verkeerde handen vallen door cyber-aanvallen? Misbruik is nooit ver weg bij zoveel hapklare gevoelige informatie. En diensten van minder democratische regimes zouden maar wat graag meer over de politieke interesses van hun mensen willen weten…
De Europese Commissie heeft in januari dit jaar een voorstel gedaan om de internetcookie-regels te verstevigen en door heel Europa gelijk te trekken. Hiermee hebben Europeanen straks door heel de EU dezelfde rechten. En bedrijven kunnen hun online activiteiten door de gehele interne markt uitrollen zonder rekening te hoeven houden met een lappendeken van nationale regels. De verordening is een modernisering van een richtlijn die ooit werd opgesteld voor communicatie per telefoon met een vaste lijn. Herziening is dus hard nodig.
De nieuwe verordening stelt de voorwaarden waaronder gebruikers via hun apparaat kunnen worden gevolgd. Bijvoorbeeld via internetcookies of wifi-tracking. De verordening breidt ook de vertrouwelijkheid van elektronische communicatie uit naar diensten als WhatsApp en Facebook Messenger. Deze week heb ik mijn wetgevende amendementen op de ePrivacy-voorstellen ingediend. Daarin stel ik voor dat de instellingen van internetbrowsers en apps standaard op ‘privacyvriendelijk’ moeten staan. Dat klinkt als een open deur, maar op dit moment is online privacy nog een ratjetoe.
Het moet heel eenvoudig worden om bij verschillende categorieën van cookies, of van specifieke websites, aan te geven of je die wel of niet wilt toestaan. Dit helpt de huidige stortvloed aan cookiebanners eenvoudig te tackelen. Websites en adverteerders zullen zich hier vervolgens aan moeten houden. Zo niet, dan kunnen daar flinke boetes op volgen. Tot slot moet de kosten van ‘gratis content’ inzichtelijk worden gemaakt in harde euro’s. Gebruikers moeten de mogelijkheid hebben om anoniem een site te bezoeken, of anders met geld te betalen voor een dienst. Gewoon net zoals bij de ouderwetse krant van de kiosk.
Uitgevers en nieuwssites schreeuwen moord en brand. Zij vrezen dat gebruikers er veel eerder voor zullen kiezen om gevrijwaard te blijven van tracking en profiling. Zij staan dus lijnrecht tegenover onze voorstellen. Die bezwaren zijn gebaseerd op een nogal eigenaardig business model, dat uitgaat van het welbewust opdringen van ongewenste marketing aan de consument.
Privacy is een grondrecht, en daar hoort vrije keuze bij. Adverteerders kunnen nog steeds tracking gebruiken, maar alleen met toestemming van de gebruiker. En advertenties kunnen ook gewoon worden aangeboden in de context van de publicatie, net zoals op tv of in de krant. Het belang van adverteren op basis van profilering is volgens de branchevereniging van digitale content-bedrijven circa vier procent van de totale advertentie-inkomsten. Dus de nieuwe regels zullen niet meteen tot de totale ineenstorting van de online uitgeversbranche leiden. En een prikkel om te komen tot nieuwe business modellen is niet verkeerd.
Zodra het Europees Parlement het ePrivacy-voorstel heeft behandeld zullen de onderhandelingen tussen het parlement en de lidstaten van start gaan. D66 werkt er hard aan dat de online privacy van Europeanen gewaarborgd blijft, want George Orwell’s Big Brother moet vooral fictie blijven.
[Header afbeelding © chairboy – Fotolia]