Irene is tekstschrijver en blogger. Naast schrijven vindt ze het leuk om hard te lopen en de wereld rond te reizen. Of dat nu korte of lange trips zijn, een verre reis of een bestemming in eigen land. Ze leest dan ook veel reisverhalen om inspiratie op te doen en schrijft graag haar eigen belevenissen op. Omdat ze vindt dat elke plek iets bijzonders heeft, reist ze voor Travelvalley overal naartoe. Ook in haar vrije tijd ontdekt ze graag de wereld en af en toe gaat ze een tijdje weg om als digital nomad vanaf de andere kant van de wereld te werken.
Het is een populaire hobby: stamboomonderzoek. We willen allemaal wel weten wie onze voorouders waren. En wat we misschien wel gemeen hebben met een paar generaties geleden. Bovendien weet je nooit wat je verder nog ontdekt: waar woonden je voorouders eeuwen geleden? Wat voor beroep hadden ze? Stamboomonderzoek is veel gemakkelijker geworden sinds gegevens digitaal beschikbaar zijn. Je startpunt kan gewoon je eigen bekende informatie en daarna Google zijn. Zo doe je zelf onderzoek naar je stamboom!
1. Documenteer alle informatie die je al hebt
Je kunt beginnen met de gegevens die je al hebt over je ouders, grootouders en hun ouders. Zo ver komen de meesten van ons nog wel zonder verder uitgebreid onderzoek te doen. Duik in je eigen familiegeschiedenis en vraag de mensen die hier misschien iets meer over weten of ze je op weg kunnen helpen. Op de site van het Centrum voor familiegeschiedenis (CBG) vind je tips voor het digitaal opbouwen van je stamboom. Wel zo handig, want de informatie die je hebt kun je daarna meteen verwerken. Vraag niet alleen naar de namen, maar ook naar andere bekende data zoals woon- en geboorteplaatsen. Dat maakt je zoektocht gemakkelijker. Pas in de laatste eeuw zijn mensen vaker binnen verhuisd, voor die tijd leefden families voornamelijk in één regio.
Bekijk ook even dit filmpje van Cristel Stolk van Streekarchief Midden-Holland. Zij geeft handige tips en legt uit waar je moet beginnen: altijd bij jezelf. Vanuit het heden duik je dus in het verleden en niet omgekeerd.
2. Openbare bronnen
Onze gegevens zijn niet openbaar zolang we leven. Alleen jij kunt zelf een geboorteakte opvragen. Maar je rechten op persoonsbescherming vervallen als je bent overleden. Voor je stamboomonderzoek duik je in gegevens van je voorouders die niet meer leven. Geboorteaktes worden na 100 jaar pas openbaar.
- Bij het CBG kun je gegevens opvragen van overleden personen en allerlei andere handige informatie vinden, zoals over familienamen.
- Check gegevens bij WieWasWie en speur door oude documentatie, een goed begin van bronnenonderzoek. Misschien vind je er overlijdensaktes van je voorouders en weet je meteen waar je verder moet zoeken.
- Veel provincies en sommige gemeentes hebben eigen samenwerkingsverbanden. Je komt tijdens een zoektocht al snel uit bij gedigitaliseerde gegevens in archieven. Daar kun je verder zoeken en informatie opvragen. Soms kan dit digitaal, soms moet je zelf een aanvraag indienen. De site van het CBG is eigenlijk altijd een goed startpunt.
- Social media geven je meer toegang tot nog levende familieleden. Zij kunnen je misschien wel verder helpen.
- Check op de site (oké, deze verdient niet de schoonheidsprijs) van Genealogie Online of er al stamboomonderzoek is verricht naar jouw verwante familie.
- In het archief van Delpher kun je zoeken in historische krantenartikelen.
- Vergeet Google niet. Tik namen van voorouders in om te ontdekken of er gegevens in openbare bronnen opduiken.
3. Verdiep je in de gegevens
Om verder te komen in je stamboomonderzoek moet je je verdiepen in de gegevens. Of dat nu is om nog dieper de geschiedenis te achterhalen of juist een verhaal uit te pluizen. Dit kost je meer tijd en inspanning, maar is ook een leuk onderdeel van stamboomonderzoek. De stamboom is je kapstok om verhalen aan op te hangen. Want alleen data verzamelen is niet zo spannend. Zoek verder naar notariële akten, foto’s, krantenartikelen en testamenten.
Veel plezier!