Nieuwsconsumptie, het onderhouden van sociale contacten en winkelgedrag zijn in Nederland ingrijpend veranderd dankzij de komst van Internet. In de komende jaren zal Internet nog veel verder doordringen in het dagelijkse leven, onder meer doordat consumenten steeds meer van hun apparaten en voorzieningen in huis – zoals thermostaat, TV en verlichting – met Internet verbinden. Nederlanders blijken echter nog terughoudend met het inzetten van zogenaamde Quantified Self-toepassingen, waarmee de eigen gezondheid en sportprestaties gemeten kunnen worden.
Dit zijn enkele van de bevindingen uit een onderzoek van AMS-IX (Amsterdam Internet Exchange), naar de toekomst van de Internet of Things onder bijna 1.100 Nederlandse consumenten. AMS-IX is met bijna 600 aangesloten netwerken het grootste Internetknooppunt ter wereld en neemt hiermee een centrale positie in binnen het wereldwijde – en Nederlandse – Internetverkeer.
De vraag welke met Internet verbonden apparaten mensen in huis hebben maakt duidelijk dat met name het gebruik van smartphones, tablets en TV’s met Internetverbinding een enorme vlucht heeft genomen. Twee jaar geleden maakte 20% gebruik van een smartphone en 8% van een tablet. Inmiddels heeft 43% van de ondervraagden een smartphone en 44% een tablet. Twee jaar geleden beschikte 18% van de ondervraagden over een met Internet verbonden televisie, nu is is dit 38%.
Kijkend naar de antwoorden voor de komende 2 jaar, dan worden naar verwachting vooral veel televisies, thermostaten, verlichting en mediaspelers verbonden met Internet. Het percentage televisies gaat naar 44%, de thermostaat, waarvan nu 24% is verbonden met Internet, stijgt naar 59%, verlichting van 24% nu naar 56% en mediaspelers van 32% nu naar 49% over twee jaar.
Internet heeft een steeds grotere invloed op het dagelijks leven van mensen. Het heeft een groot aantal dagelijkse handelingen en activiteiten ingrijpend veranderd. De 1.100 ondervraagden gaven aan dat Internet met name de manier heeft veranderd waarop zij bankieren/administreren (59%), sociale contacten onderhouden (38%), winkelen (25%) en nieuws consumeren (22%). Wat opvalt is dat Internet bij vrouwen (23%) een sterkere invloed heeft op het onderhouden van sociale contacten dan bij mannen (16%), terwijl bij mannen de wijze waarop zij muziek luisteren en nieuws consumeren sterker is veranderd dan bij vrouwen.
Hoewel steeds meer apparaten met Internet worden verbonden, zijn Nederlanders nog relatief voorzichtig met het (indirect) ‘verbinden’ van hun eigen lichaam met apparaten. Zo gebruikt slechts 17% van de ondervraagden op dit moment apps voor het meten van sportprestaties en/of de eigen gezondheid en loopt dit percentage in de komende twee jaar op naar een nog steeds bescheiden 29%. Gekeken naar leeftijd valt op dat de leeftijdsgroep 35-44 jaar veruit het meest gebruik maakt van apps om de sportprestaties te meten: 16%. Jongeren (18-24 jaar) maken meer gebruik van apps voor het meten van sportprestaties en gezondheid dan ouderen (55+): 21% om 8%, waarbij naar voren komt dat jongeren vooral apps voor het meten van sportprestaties gebruiken en ouderen voor het meten van de gezondheid.
Op de vraag of mensen nog een stap verder durven gaan en bereid zijn om artsen in de toekomst in staat te stellen via een Internetverbinding op afstand hun fysieke gesteldheid te monitoren, wordt door de meeste respondenten terughoudend gereageerd. 27% is hier in geen geval toe bereid en 56% alleen als de privacy gewaarborgd kan worden. Opvallend is dat mannen hier beduidend minder moeite mee hebben dan vrouwen.
“The Internet of Things, waarbij een groot scala aan apparaten met Internet verbonden is en met elkaar en ons communiceert krijgt steeds verder vorm. Er bestaat hier en daar nog wat scepsis, maar feit is dat Internet een steeds centralere plaats inneemt in het leven van mensen en dat deze ontwikkeling niet meer zal stoppen. Internet vereenvoudigt en verbetert een groot aantal zaken in het dagelijks leven“, zegt Job Witteman, CEO van AMS-IX. “Voor ons als Internetknooppunt en de aan ons verbonden netwerken geldt dat we deze ontwikkeling optimaal zullen moeten faciliteren. Internet is een nutsvoorziening geworden. Iedereen wil altijd en overal online kunnen zijn, zowel via vaste verbindingen als mobiel. Dit vraagt de nodige investeringen in de Nederlandse Internetinfrastructuur.”