Vandaag heeft een meerderheid van het Europees Parlement tegen het controversiële ACTA-verdrag gestemt. “Na een jarenlange strijd tegen dit verdrag, zien we vandaag de overwinning voor de democratie en voor digitale vrijheden,” aldus Marietje Schaake (D66).
De afgelopen maanden hebben miljoenen Europeanen hun stem laten horen tegen ACTA. Schaake: “Online maar ook op straten en pleinen zagen we een beweging van miljoenen Europeanen die hun zorgen over ACTA deelden. We moeten nu voorbij ACTA kijken en aan hervormingen van auteursrechten en de Europese digitale markt werken.”
Sophie in ’t Veld hekelt het gebrek aan transparantie bij de vorming van het verdrag. Ze voert al sinds 2008 strijd om de onderhandelingsdocumenten van de handelsovereenkomst in handen te krijgen. Omdat de Europese Commissie weigert inhoudelijke informatie openbaar te maken, is de Europarlementariër naar de rechter gestapt. Ze voert de zaak als privépersoon, maar krijgt sinds kort hulp van het Europees Parlement dat zich achter de politica heeft geschaard. In ’t Veld: “ACTA mag dan van tafel zijn, mijn strijd voor transparantie bij de totstandkoming van dit soort verdragen gaat onverminderd door. De burger heeft het recht te weten wat er wordt besloten en op basis van welke informatie dit gebeurt.”
Volgende stappen
Nu het ACTA-verdrag van tafel is kan het Europees Parlement zich richten op de hoognodige hervorming van intellectueel eigendomsrecht in Europa. “ACTA stelde een aantal belangrijke vragen, maar kwam met de verkeerde oplossingen,” zegt Schaake. “Wij moeten nu op een open en transparante manier aan de hervorming van auteursrechthandhaving werken. Een hervorming die de internetvrijheid niet in gevaar brengt. Hierbij moeten wij alle belanghebbenden horen en beleid op betrouwbare gegevens baseren. Wij gaan de komende jaren samen met rechthebbenden, consumenten en experts een gestructureerde dialoog aan om deze mensenrechten ook op internet te waarborgen.” Daarbij moeten de fundamentele rechten prevaleren boven commerciële belangen. “Een effectieve handhaving van intellectueel eigendomsrecht die in de praktijk grootschalige inbreuk maakt op privacy moet direct naar de prullenbak verwezen worden,” voegt In ’t Veld toe.