Tot die comnclusie komt het onderzoeksteam van de Universiteit Twente in het Trendrapport ‘Computer- en Internetgebruik 2010’. Voor het eerst besteden laagopgeleide Nederlanders dagelijks meer tijd aan internet dan hoogopgeleiden. Mensen met een lagere opleiding zitten gemiddeld 3 uur en 4 minuten op de digitale snelweg. Dat is bijna een half uur per dag langer dan hoogopgeleide Nederlanders.
De onderzoekers van het Trendrapport Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk en Drs. Ing. Alexander J.A.M. van Deursen spreken van “een sociale revolutie op internet”. De uitkomsten van het onderzoek worden vandaag, tijdens het Jaarcongres van ECP-EPN in Scheveningen, gepresenteerd.
Volgens het CBS zaten Nederlanders in 2005 gemiddeld slechts een half uur per dag op internet. Internet wordt steeds meer een dagelijks gebruikt volksmedium. Vooral laagopgeleiden maken gebruik van ‘tijdrovende’ internettoepassingen: chatten, online gamen en YouTube filmpjes bekijken. Dit in tegenstelling tot Nederlanders met een HBO of wetenschappelijke opleiding die het internet primair inzetten als informatiemedium voor educatie en carrière.
Het verschil tussen mannen en vrouwen op internet is nagenoeg verdwenen, vooral door invloed van sociale media als Hyves, Facebook en Twitter. Gemiddeld gebruiken mannen internet dagelijks 3 uur en 18 minuten. Vrouwen besteden hier 2 uur en 54 minuten aan. Het internet wordt nog steeds vooral gebruikt als informatiemedium.
Nederlanders gebruiken internet wel steeds vaker voor (sociale) communicatie, ontspanning en entertainment en het doen van transacties zoals het online kopen en verkopen van producten. 14% van de Nederlanders doet dagelijks aan online gaming. In Nederland wordt het internet opvallend weinig gebruikt voor opleiding en scholing. Slechts 10% gebruikt internet voor telewerken. Nederlanders tussen 16 en 35 jaar gebruiken internet intensiever dan mensen van 35 jaar en ouder. 55 Plussers maken duidelijk meer gebruik van internet bij telewerken.
Prof. Jan van Dijk van de Universiteit Twente: “Internet zorgt voor een sociale revolutie nu blijkt dat lager opgeleiden hier meer tijd aan besteden dan hoger opgeleiden. Het gebruik van het ‘volksmedium’ internet zal de komende jaren explosief stijgen wanneer internet echt samensmelt met traditionele media als televisie, radio, boeken en kranten en mobiel internet ‘mainstream’ wordt.”
Uit het onderzoek blijkt ook dat Nederlanders hun strategische informatievaardigheden, zoals het slim opzoeken van de juiste informatie op het internet, overschatten maar hun operationele en formele vaardigheden (knoppenkennis) onderschatten. Voor Nederlanders tussen de 16 en 35 jaar geldt dat zij met hun hogere niveau van operationele en formele vaardigheden niet automatisch ook hoog scoren bij de inhoudelijke vaardigheden. Daarvoor is een combinatie van inhoudelijk onderwijs en zoek- en keuzevaardigheden voor het internet noodzakelijk, computer- of internettraining zijn dan niet voldoende.
Tineke Netelenbos, voorzitter van het programma Digivaardig & Digibewust dat alle Nederlanders stimuleert en in staat wil stellen gebruik te maken van internet: “Naast de aandacht voor de digitale basisvaardigheden gaan we ons vanuit het programma Digivaardig & Digibewust meer richten op de ontwikkeling van de strategische vaardigheden.“
De motivatie om internet te gebruiken is sinds de jaren tachtig enorm gestegen. Bijna alle Nederlanders (93%) hebben in 2010 thuis toegang tot internet. Hiermee gaat Nederland, samen met IJsland, aan kop in Europa. Overigens gebruikt 44% van de 65 plussers en 19% van de laagopgeleiden het internet nog steeds niet. Een ‘harde kern’ van 5% van de Nederlandse bevolking wil helemaal geen gebruik maken van de mogelijkheden die internet biedt.
Tineke Netelenbos: “De harde kern van niet-internetgebruikers is nog steeds te groot. Zij dreigen de boot te missen op sociaal- en economisch terrein. Daarom moeten we hier aandacht aan blijven schenken en ze de juiste basisvaardigheden aanleren. Dat kan door intensief samen te werken met andere instanties maar ook door nieuwe campagnes te voeren.”
Nederlanders onderschatten de gevaren op het internet. Jongeren (naïviteit) en ouderen (onkunde) zijn erg onvoorzichtig als ze het internet gebruiken en nemen onvoldoende voorzorgsmaatregelen om te voorkomen slachtoffer van bijvoorbeeld fraude te worden. Zo is men slordig met het wachtwoorden en onzorgvuldig met het installeren van de juiste internetfilters.
Top 10 meest gebruikte internettoepassingen (dagelijks of wekelijks):
1. E-mail 96%
2. Zoeken 93%
3. Internet bankieren 76%
4. Nieuwsdiensten 62%
5. Vrij surfen 61%
6. Krant/omroep 56%
7. Social Networking 43%
8. Marktplaatsen 30%
9. Producten zoeken 29%
10. Online gamen 26%