De afgelopen dagen werd veel geroepen over het aantal files dat nu het niveau van vóór corona overstegen heeft. En dat terwijl veel mensen dachten dat het flexibel (thuis)werken ook ná de pandemie een blijvertje zou worden. Dat lijkt dus niet zo. In ieder geval voor een groot deel van de uit nood geboren thuiswerkers. Toch is de optie om flexibel te kunnen werken wel voor steeds meer werknemers een voorwaarde die bepalend is voor de keuze om een baan te nemen of, als flexibel werken niet mogelijk is, van baan te wisselen. Dat blijkt uit het onderzoek State of Hybrid Work 2023: Nederland van Owl Labs.
Nu valt het met het aantal mensen dat flexibel, of hybride (een combinatie van thuis en op kantoor) werkt nog best mee, in positieve zin. Het onderzoek laat namelijk zien dat bijna de helft van de Nederlandse werknemers flexibel werkt. Werknemers vinden overigens dat het aan de werkgevers ligt dat niet nog meer mensen flexibel of hybride werken. Zo zegt 51 procent van de werknemers dat hun werkgever flexibel werken niet toestaat.
Van de hybride werkers geeft bijna de helft (43%) aan dat ze twee dagen in de week op kantoor werken. Een kwart (25%) is drie dagen per week op kantoor aanwezig. Belangrijke redenen en voordelen om deels thuis te kunnen werken zijn de mogelijkheid om een betere balans tussen werk en privé te creëren, zich beter te kunnen focussen op het werk (minder afleiding) en de mogelijkheid om zelfstandig te kunnen werken.
In deze tijden van personeelstekorten is dat misschien niet de meest handige regel. Het onderzoek toont namelijk ook aan dat het ontbreken van de optie om hybride te kunnen werken voor 40 procent van de werknemers een reden is om op zoek te gaan naar een andere job.
Slim lijkt het ook niet om personeel te ‘dwingen’ altijd op kantoor aanwezig te zijn. Bijna twee derde van de managers (62%) zegt in hetzelfde onderzoek namelijk dat hun teams productiever zijn wanneer ze hybride of op afstand werken.
“Hybride kunnen werken blijkt voor veel werknemers een belangrijk argument in de keuze voor een werkgever. Als bijna de helft van de werknemers zegt van baan te willen wisselen als ze niet hybride kunnen werken, dan is dat een wezenlijk signaal voor werkgevers”, zegt Frank Weisshaupt, CEO van Owl Labs.
Inklokken is bij sommige bedrijven nog altijd een manier om te controleren of het personeel wel de uren werkt die in het contract staan. In grote bedrijven konden medewerkers er wel eens mee weg komen door hun klokkaart – toen die nog analoog bijgehouden werd – aan een collega mee te geven als ze een dagje wilde spijbelen.
Een nieuw fenomeen is tegenwoordig het zogenoemde coffeebadging. Medewerkers die hybride werken, komen naar kantoor, alleen om even een praatje te maken bij de koffiemachine en zo hun gezicht te laten zien. Ruim vier op de tien (41%) medewerkers zegt geregeld zo’n kopje ‘inklok-koffie’ te drinken op kantoor, 10 procent zegt dat ook wel eens te willen proberen.