Microplastics. Het klinkt als iets heel wetenschappelijks, maar het zijn gewoon minuscule plastic deeltjes. Deeltjes die je soms niet eens met het blote oog kunt zien. Maar, guess what: ze zijn overal. Waar veel mensen denken dat plastic ‘een probleem van de oceaan’ is, is het toch wel iets groter dan dat. Het zit in je spullen, op je lijf en zelfs in je lijf. Toch helemaal niet zo’n ver-van-je-bed-show dus, die microplastics.
Of het nu gaat om de vis die je ‘s avonds op je bord hebt, zelfs op het zout op de vis, de tandpasta waarmee je die vis vervolgens tussen je tanden vandaan poetst of de lippenstift die je op je lippen doet om je mond extra mooi te accentueren: in allemaal zitten microplastics. Maar, wat zijn het precies en hoe komen ze overal in terecht? We spreken van een microplastic wanneer het plastic stukje 5 millimeter of kleiner is en niet afbreekbaar is.
Ze ontstaan wanneer er een stuk plastic in de natuur belandt, maar bijvoorbeeld ook door slijtage van autobanden. Denk aan een plastic zakje dat via de wind bij je vandaan waait, snoeppapiertjes die achteloze tieners op straat gooien en natuurlijk de visnetten (zoals we hebben kunnen zien in Seaspiracy). Die stukjes vallen uiteen en worden zo steeds kleinere stukjes die op een gegeven moment nagenoeg niet met het blote oog te zien zijn. Daarnaast zitten microplastics bijvoorbeeld ook in synthetische kleding zoals polyester, acryl en nylon, die je in de was doet waarna ze zo met het waswater in het riool komen en uiteindelijk weer in de zee. Zo blijft het verspreid worden.
Dan maar geen vis meer eten? Helaas is het niet alleen de oceaan en het leven in de oceaan die last heeft van de microplastics. Ze zitten ook in medicijnen, schoonmaakmiddelen, verf en bouwmateriaal, naast shampoo, make-up en tandpasta. En ze zijn onmogelijk te verwijderen: ze zitten overal, ze zijn klein en daardoor onverwijderbaar. Dieren gaan dood omdat hun buiken vol zitten met microplastics en mede daarom lijkt het een probleem te zijn: ‘ons’ voedsel gaat er ook van dood. Dan moet dat toch ook negatieve impact hebben op onszelf?
Microplastics heten niet altijd microplastics, want de cosmetische industrie worden het microbeads genoemd. Het voordeel daarvan is dat de microbeads vaak bekend zijn. Op onder andere de website (of in de app) Beat the Micro Bead kun je kijken of je cosmetica van microbeads is voorzien en deze eventueel links laten liggen. Of, als je het al hebt gekocht, in ieder geval zorgen dat je het goed weggooit en liever niet meer koopt om te zorgen dat je niet bijdraagt aan de plastic soup. Liever zelf kijken? Dat kan ook, soms staan microbeads op de verpakking vermeld of kun je ze vinden onder namen die ‘poly’ heten. Of kijk of een product NaTrue, demeter of Nordic Ecolabel: dat betekent namelijk dat er geen microbeads in het product zitten.
Maar ja, is dat echt zo schadelijk? Daar wordt nog volop onderzoek naar gedaan. Zo zouden microplastics ervoor zorgen dat longweefsel niet groeit als er nylon microplastics in de longen aanwezig zijn en dat sommige immuuncellen van mensen er niet tegen opgewassen zijn. Microplastics kunnen via de wortels van planten zelfs onze planten binnendringen. Microplastics zwemmen ook rond in onze bloedbaan. Onnatuurlijke deeltjes vol weekmakers en stabilisators: dat wil je niet in je lijf hebben, zou je denken. Het kan naast invloed uitoefenen op het immuunsysteem ook effecten hebben op de hormonen in het lichaam. Tegelijkertijd is er tot nu toe geen onderzoek bekend waaruit blijkt dat het levensgevaarlijk is voor mensen.
Moet je nu meteen alles laten staan? Dat is geen beginnen aan: ze zitten zelfs in theezakjes. Uit onderzoek blijkt dat elke week minder dan 1 korreltje zout aan microplastics binnenkrijgt (0,0041mg), Het kan ook veel meer zijn: 1 op de 20 mensen schijnen 676 mg microplastics per week binnen te krijgen. Het kan wel zinvol zijn om te bedenken wat je zoal eet en gebruikt: zitten er microplastics in? En: hoe kun je zelf zorgen dat microplastics zoveel mogelijk worden teruggedrongen?
We weten nog niet helemaal hoe schadelijk ze zijn, maar tegelijkertijd weten we ook dat ze niet bepaald natuurlijk zijn. Probeer dus eens geen plastic zakje om een appel te doen in de supermarkt, koop geen synthetische kleding en neem je eigen beker mee naar de Starbucks. Gelukkig is er nog veel meer dat we kunnen doen om te zorgen dat het aantal microplastics in ieder geval niet groeit en groeit. Niet alles tegelijk, maar elke dag een beetje kan al helpen om die zoutkorrel steeds kleiner te maken.