Je ziet ze de afgelopen jaren steeds vaker in grote steden: pindakaaswinkels. In die winkels wordt maar één ding verkocht, maar wel in veel varianten. Denk bijvoorbeeld aan pindakaas met chili, met karamel zeezout of met dadels en kaneel. Wist je dat je pindakaas heel makkelijk zelf maakt? En dat je het voor veel meer dingen kunt gebruiken dan slechts als broodbeleg?
Hoewel veel mensen pindakaas als iets heel Hollands zien, ongetwijfeld ook door de uber-Nederlandse reclames van het merk Calvé, vindt het niet zijn oorsprong in ons land. Pindakaas werd uitgevonden in St. Louis in de Verenigde Staten in het jaar 1890. Een dokter kwam ermee omdat het een voedzaam goedje is dat perfect leek voor mensen die door tandproblemen geen vlees konden eten. Een paar jaar later legde iemand anders het patent vast op pindakaas, wat vooral was om vegetariërs van proteïne te voorzien. Pindakaas is het eerste etenswaar dat in een advertentie ‘vleesvervanger’ werd genoemd.
Een mooie uitvinding van de Amerikanen, maar eigenlijk is het niet per se een heel Amerikaans iets om pinda’s te gebruiken. Er werd al veel langer een soort pindakaas gebruikt in Azië, want al in de 15e eeuw gebruikten Chinezen gepureerde pinda’s om sauzen te maken.
Wat de oorsprong ook is, pindakaas is geliefd in de hele wereld. Waar het in het Engels ‘peanutbutter’ heet, mocht die directe vertaling niet worden doorgevoerd in Nederland. Boter zou verwijzen naar roomboter. Daarom is ‘kaas’ gekozen, dat net als leverkaas helemaal niets te maken heeft met kaas. Wist je dat pindakaas ook niet per se altijd met brood te maken heeft? Je kunt het ook inzetten om stickers te verwijderen, kauwgom uit je haar te halen en je te scheren. Dat laatste werkt goed met pindakaas omdat er pinda-olie inzit, waar je huid zacht van wordt.
Laten we eindigen met wat weetjes, want er is veel te vertellen over dit lekkere goedje:
Kortom, pindakaas is niet alleen lekker, maar ook nog eens heel veelzijdig. Eet smakelijk!