De discussie over zomer- en wintertijd lijkt elk jaar terug te komen, maar de roep om de afschaffing er van lijkt ook steeds sterker te worden. Het Europees parlement gaat binnenkort stemmen om te kijken of er nog wel genoeg draagvlak is om de steeds wisselende klok aan te houden.
Een groeiende groep leden vindt het namelijk onzin: de economische voordelen en lichtbesparing zijn volgens hen zo goed als onzichtbaar en wegen niet op tegen de disruptie die het steeds veranderen van de tijd met zich mee brengt.
De regel is er eentje die ooit als besparing werd ingevoerd, in een tijd dat fossiele brandstoffen nog voor ons licht moesten zorgen. Op andere momenten is (ook in Nederland) de zomertijd afgeschaft en kwam het punt alleen naar voren als er een energiecrisis was. De laatste keer dat dit hier gebeurde was in 1977, als reactie op de oliecrisis van de jaren ’70.
Die tijd hebben we al heel lang achter ons gelaten, maar nog steeds zitten we twee keer per jaar te klooien met hoe laat het is. Het is gelukkig niet meer de hele tijd klokken omzetten met dank aan centraal gerunde tijd, maar toch.
In december wordt er gestemd over het afschaffen van de zomertijd en de kans dat ze er van af zullen willen is groot. Dat betekent als het mee zit dat we nog maar één laatste keer de klokken moeten verzetten dit weekend, en daarna blijft de tijd zoals ‘ie is.
[Afbeeldingen © Drobot Dean – Adobe Stock]
