Apple is al vele jaren een van de rijkste, en meest waardevolle, tech-giganten ter wereld. De omzet- en winstcijfers blijven maar groeien en het banksaldo van het bedrijf past al lang niet meer op een standaard afschrift. De waarde van Apple bedraagt op dit moment zo’n 2,2 biljoen dollar. Maar het ging Apple, sinds de oprichting in 1976, zeker niet altijd zo voor de wind. Eind 1996 stond Apple dichterbij een faillissement dan een succes. Dat was het moment, deze week precies 25 jaar geleden, dat oprichter en visionair Steve Jobs besloot ‘zijn Apple’ weer bij de hand te nemen. Dat bleek een gouden zet.
Elf jaar daarvoor was Jobs min of meer weggestuurd door de toenmalige Raad van Bestuur. Zij besloten dat Jobs zijn leidinggevende functie moest neerleggen. Voor de oprichter van Apple het moment om helemaal op te stappen en zijn eigen softwarebedrijf – NeXT – te starten. Tussen 1985 en 1996 was aanmodderen het devies bij Apple. Tijdens de opkomst van de PC verloor het bedrijf de concurrentiestrijd met Microsoft. Apple computers braken niet door in huis en op kantoor zag je ze feitelijk alleen in de grafische (DTP) industrie.
De grafische mogelijkheden van Apple hard- en software waren veel uitgebreider dan hetgeen Microsoft kon bieden. Voor Apple was dat jarenlang de lifeline. Totdat in 1992 het altijd zo betrouwbare System 6 besturingssysteem vervangen werd door System 7. Dat nieuwe OS bleek nogal wat bugs te hebben en was ronduit instabiel. Apple slaagde er in de jaren die volgden niet in de problemen structureel op te lossen waardoor veel bedrijven het merk alsnog de rug toekeerde. Tot overmaat van ramp besloot Adobe – dat jarenlang grafische software als Photoshop en Premiere exclusief voor Apple computers maakte – in 1993, vanaf Photoshop 2.5, ook Windows versies van haar software op de markt te zetten.
Wat restte van Apple’s successen uit her verleden brokkelde daarna snel verder af. In de loop van 1996 begon het er steeds meer op te lijken dat Apple het bijltje erbij neer zou moeten gooien. Totdat iemand in Cupertino bedacht dat een samenwerking met NeXT – van Steve Jobs – een mogelijke oplossing voor de softwareproblemen zou betekenen. Jobs had met zijn nieuwe bedrijf een besturingssysteem ontwikkeld dat gebaseerd was op UNIX. Apple zag daar wel wat in en dus besloten ze met hun laatste centjes (ok, ietwat gechargeerd) NeXT over te nemen voor 400 miljoen dollar.
Die overname leidde ook de terugkeer van Steve Jobs bij Apple in. Dat was op 20 december 1996. Deze week precies 25 jaar geleden. Aanvankelijk in een adviserende rol, maar de nieuwe raad van bestuur van Apple zag al snel in dat Jobs met zijn visie veel meer voor het bedrijf kon betekenen dan de op dat moment aanmodderende CEO’s. In de zomer van 1997 werd Jobs benoemd tot de nieuwe CEO van Apple. Inmiddels is al heel wat jaren duidelijk dat de toekomst van Apple zonder Jobs 2.0 er nu heel anders uit gezien had. Sterker nog, Apple had – zeker als zelfstandig techbedrijf – waarschijnlijk niet meer bestaan.
Onder de bezielende leiding van Jobs verschenen in de 14 jaar dat hij sinds zijn terugkeer de scepter zou zwaaien heel wat baanbrekende producten. Van de eerste iconische gekleurde all-in-one iMacs, via de iPod tot en met de iPhone en iPad. Wie kent ze niet? Producten die Apple miljarden opleverden en de waarde van het bedrijf naar de biljoenen deed tillen.
En als Jobs, in 2011, niet veel te vroeg overleden was, dan zou zijn invloed ook nu nog altijd te voelen zijn.