Een aantal Nederlanders hadden een briljant idee in 2016: maak een doosje dat je smartphone kan opsluiten. Dat zou je kunnen gebruiken voor een etentje, om tieners die ‘m niet kunnen laten liggen te straffen of om gewoon even geforceerd af te schakelen.
Het idee van Distractagone was simpel: je stopt je telefoon er in, zet een tijdslimiet en dan gaat het doosje pas open als de tijd om is. Interesse was er zeker, maar niet genoeg om de 40.000 euro op te halen die nodig was voor het maken van het ding.
Aan publiciteit geen gebrek: de video’s van het apparaat gingen flink rond en nadat Facebookers Unilad een video maakten van de Distractagone die bijna 50 miljoen views kreeg leek het kat in ’t bakkie. Het bleek echter dat iedereen het een goed idee vond, maar er zelf geen wilde hebben.
Smartphoneverslaving is een serieuze issue, zoveel is wel duidelijk. Los van de vergrote kans op depressieve gevoelens en verlies van empathie en creativiteit zal onze focus op de rechthoeken in onze hand een permanente verandering van onze relationele omgangsvormen teweeg gaan brengen.
Random interacties met vreemden worden iets uit het verleden. Zo snel je ergens staat en niet direct iets te doen hebt grijpt je hand naar je telefoon en ga je kijken. Niet alleen om te zien of je iets gemist hebt (FOMO wordt ook een steeds groter ding) maar vooral ook om iets te doen te hebben.
Verveling zou goed zijn voor je brein, maar we zijn er inmiddels als de dood voor. En waar je vroeger verveeld raakte als er urenlang niks te doen was, is de gemiddelde “ik heb niets omhanden”-paniek inmiddels te meten in seconden voor veel mensen.
De grote vraag is in hoeverre we ons hier zorgen over moeten maken. Groot probleem daarbij is dat techbedrijven als Google, Facebook en basically elk social media-bedrijf hun stinkende best doen om elk psychologisch trucje uit de kast te halen om ons engagement hoog te houden.
Dan helpen de goedbedoelde tips om je smartphonegebruik te beperken helemaal niet. Nogmaals: Distractagone wilde niemand hebben, terwijl het een soort van nicotinepleister is voor de smartphone-rokers die de ene app met de andere aansteken.
Zelfs als je de trucs doorziet is het lastig om het ding weg te leggen, want naarmate meer mensen de nieuwe manier van met elkaar omgaan omarmen speelt zich een steeds groter gedeelte van de interactie (zij het digitaal) die je nog hebt met andere mensen zich op je smartphone af.
Zijn we met zijn allen gedoemd om steeds meer naar het kleine scherm te gaan kijken? Het lijkt er wel op, althans voor de komende generatie. Er zal zeker een kantelpunt komen, waarbij mensen terug willen naar de fysieke interactie tussen mensen, maar tot die tijd zal de nomophobia alleen maar toenemen.
Of we hebben over dertig jaar een stille wereldvrede omdat iedereen met elkaar kan communiceren via emoji en niemand meer een woord zegt. Hoe dan ook, we zijn allemaal niet klaar om onze smartphone weg te leggen. Wat dat ook mag betekenen voor de toekomst.
[Afbeeldingen © Kadmy – Adobe Stock]