10.04.2022
Mobile

​Het is niet toevallig dat telefoonmakers met DIY-kits komen

By: Laura Jenny

BlogMobile

Apple komt met DIY-kits, Samsung laat je je eigen telefoon repareren en nu begint Google er ook al mee. Heel handig en fijn dat het kan, maar helemaal spontaan komt dit niet van deze grote telefoonmakers.

Telefoonreparatie

Het is altijd een onzekere tijd, je telefoon inleveren ter reparatie. In veel gevallen krijg je geen tijdelijk toestel, heb je geen idee hoe lang je zonder je smartphone moet doen en is het ook nog onduidelijk wat het je gaat kosten. Kortom, je wil zo lang mogelijk proberen uit te stellen om je telefoon op te sturen, maar dat kan voor gevaarlijke situaties zorgen. Denk bijvoorbeeld aan een scherm dat is gebroken en waarvan microscopische kleine stukjes glas in je oor of vinger terecht kunnen komen.

Reden dus om te zorgen voor een betere manier om je telefoon te repareren: doe het lekker zelf. Maar doe het wel met onderdelen en in een goedgekeurd programma door de telefoonmaker. Je zou denken dat die telefoonmakers nu met allerlei fiks-het-lekker-zelf-programma’s komen om het klanten makkelijker te maken, maar dat is niet helemaal waar. De kans is namelijk groot dat bedrijven het vooral doen met het oog op toekomstige wet- en regelgeving.

Wet- en regelgeving vanuit de EU

Zo werkt de EU inmiddels al jaren aan regelgeving rondom de duurzaamheid van elektronica, waarin het ‘recht op zelfreparatie’ een belangrijke troef is. Het zou graag zien dat elektronische apparatuur meer de Fair Phone-kant opgaat, waarbij je zelf onderdelen kunt vervangen. Het is bijvoorbeeld vaak de accu die steeds minder goed is waardoor mensen een andere smartphone uitzoeken.

Zorg je ervoor dat die accu vervangbaar is, dan verleng je daarmee de levensduur van het toestel. Dat scheelt een consument bovendien geld voor een gloednieuw toestel. Overigens moet daarbij wel de kanttekening worden geplaatst dat je met zo’n uit vervangbare onderdelen bestaande telefoon waarschijnlijk eerder het risico loopt op water- of stofschade: immers kan het toestel niet zoals voorheen volledig worden afgesloten.

Circulaire economie

Virginijus Sinkevičius, verantwoordelijk voor het milieu binnen de EU, heeft gezegd: “Het lineaire groeimodel van ‘nemen, maken, weggooien’ heeft zijn grenzen bereikt. Met de groei van de wereldbevolking en de consumptie, duwt dit lineaire model ons steeds dichter bij een hulpbronnencrisis. De enige weg vooruit is het loskoppelen van economische groei van de winning van primaire hulpbronnen en hun milieueffecten.” Plus, zonder een circulaire economie zou de EU zijn CO2-doel van 2050 niet halen. En, zo’n recht-tot-reparatie is tegelijkertijd voor telefoonmakers een manier om te zeggen: ’Kijk, wij dragen ook bij aan duurzaamheid’.

Wat daarbij waarschijnlijk ook speelt, is dat veel consumenten tegenwoordig niet per se altijd voor een high-end telefoon hoeven te gaan voor nieuwe snufjes. Veel mensen gebruiken hun smartphone al jaren voor dezelfde apps en functies. Aangezien de camera’s van midrange-telefoons steeds beter worden en de toestellen qua design of nieuwe toevoegingen eigenlijk al een paar jaar redelijke copycats zijn, is de keuze voor een midrange-toestel eerder gemaakt. Maar: als je je high end toestel zelf kunt fiksen, dan zul je misschien nog een jaar met het apparaat kunnen doen en kies je dan uiteindelijk toch eerder voor weer een duurder exemplaar.

Zelf je telefoon fiksen

Het is echter niet alleen de EU die met zijn Green Deal wil bereiken dat telefoonmakers beter nadenken over repareerbaarheid. Ook in de Verenigde Staten is eenzelfde trend op gang gekomen, toen de Federal Trade Commission stemde om ‘illegale reparatierestricties’ tegen te gaan.

Immers maken smartphoneleveranciers hun telefoons vooral om esthetische redenen zo ingewikkeld om te repareren en dat ziet de FTC als iets illegaals, omdat makers het hiermee nagenoeg onmogelijk maken voor consumenten om hun eigen telefoon te fiksen. Telefoonmakers willen waarschijnlijk zorgen dat er zo min mogelijk regelgeving volgt, waardoor ze nu snel met allerlei opties komen voor consumenten om het heft in eigen hand te nemen en organisaties als de FTC de mond te snoeren.

iFixit

Eén van de bedrijven die ondanks de misschien wat discutabele drijfveer van de makers toch heel blij is met het nieuws, dat is iFixit. Dit is een website waarop je enerzijds een community vindt van mensen die elkaar helpen met handleidingen en video’s om dingen te repareren, anderzijds is het een bedrijf dat ook reparatiekits aanbiedt voor bijvoorbeeld het vervangen van je telefoonscherm of de SSD in je MacBook. Het is niet alleen blij omdat het al jaren bezig is met dit goede werk, het heeft ook nog eens deals gesloten met Samsung én Google om instructies en kits aan consumenten te kunnen aanbieden.

In een Frans onderzoek waarbij makers duidelijke cijfers moesten overleggen van hoe repareerbaar hun gadgets waren, is gebleken dat 80 procent van de consumenten die reageerden op het onderzoek ook daadwerkelijk bereid waren om hun favoriete merk op te geven voor een product dat een hogere score heeft op de repareerbaarheidsladder. Het lijkt er dus op dat niet alleen wet- en regelgevers, maar ook consumenten wel wat overhebben voor repareerbare gadgets en mogelijk ook af willen van de weggooicultuur.

Niet voor leken

Met de nieuwe reparatiekits worden officiële onderdelen van bijvoorbeeld Google en Samsung geleverd, maar wel wordt er aangeraden alleen aan een DIY-project te starten als je wel een beetje technische kennis hebt. Het is in die zin dus ook weer niet voor iedereen, maar aan de andere kant: veel mensen kennen wel iemand die ze erbij zou kunnen helpen. Zo kan hun telefoon zonder vage processen weer een nieuw leven worden ingeblazen. Want wat de reden van telefoonmakers ook is om dit mogelijk te maken: dat het kan is uiteindelijk het belangrijkst.

Share this post