Patentruzies zijn doorgaans lange, slepende, zaken met veel juridisch wapengekletter waar, zolang er nog geen oordeel of oplossing is, vooral de advocatenbureaus beter van worden. Afgelopen vrijdag is een zo’n ruzie bijgelegd. Apple heeft met Ericsson een wederzijdse licentieovereenkomst gesloten voor het gebruik van ‘gepatenteerde cellulaire standaard-essentiële technologieën’.
Daarmee komt een eind aan de rechtszaken die beide bedrijven tegen elkaar aangespannen hadden en wordt de patentstrijdbijl – voorlopig – begraven. En dat niet alleen, Apple en Ericsson hebben ook besloten nauwer met elkaar te gaan samenwerken, onder andere op het gebied van technologie, interoperabiliteit en de ontwikkeling van standaarden.
De ruzie die beide bedrijven nu met een schikking, en (hernieuwde) licentieovereenkomst bijgelegd hebben, startte in 2021. Voor patentruzies, kijkend naar sommige andere zaken uit het verleden, is dit dus een redelijk snel opgeloste zaak.
Het betrof dan ook geen patentbreuk of het onrechtmatig (zonder licentie) gebruik van technologie. Apple en Ericsson slaagden er niet in een bestaande licentieovereenkomst, die in 2022 afliep, te verlengen. Apple verweet Ericsson dat het haar macht misbruikte om de prijzen op te drijven, terwijl Ericsson op haar beurt Apple verweet dat het de licentiekosten op een onrechtmatige wijze wilde drukken.
Die ‘discussie’ leidde er uiteindelijk toe dat Ericsson, als eerste in deze ‘ruzie’, een rechtszaak tegen Apple aanspande. Zoals gebruikelijk is in dit soort conflicten, kwam Apple kort daarna een ‘counterclaim’. En de advocaten smulden…
Voor Ericsson zijn dit soort licentieovereenkomsten overigens een substantiële bron van inkomsten. Voor het lopende kwartaal verwacht de Zweedse telecomreus er zo’n 500 miljoen euro mee binnen te slepen.