In België is een nieuwe wet aangenomen die mobieltjes voor kinderen verbiedt. Over een half jaar mogen de zogenaamde “kindermobieltjes” niet meer verkocht worden en mag er ook geen reclame meer gemaakt worden voor mobieltjes en smartphones gericht op kinderen t/m 12 jaar.
Volgens de Belgische minister van Volksgezondheid Onkelinkx is dit een voorzorgsmaatregel die genomen wordt naar aanleiding van een rapport in 2011 waarin het Internationaal Agentschap voor Onderzoek naar Kanker (IARC) “beperkt bewijs” voor de stelling dat die straling mogelijk kankerverwekkend is heeft gepubliceerd.
België is niet het enige land wat kinderen middels wetgeving tegen mogelijk schadelijke electromagnetische straling wil beschermen, maar wat opvalt is dat er in België zelf nauwelijks discussie is over deze wet. Sterker nog, kranten en andere nieuwsmedia besteden er nauwelijks aandacht aan, terwijl er in Nederland een felle discussie oplaait over deze wetgeving.
Tegenstanders van dergelijke wetgeving hebben het vooral over eigen keuzes van mensen en over dat “beperkt bewijs” en “mogelijke kansen” op kankerverwekkende straling wel een erg matige onderbouwing is voor een verbod. “Je verbiedt toch ook geen zeep omdat je er mogelijk over kunt uitglijden?”
Voorstanders willen het zekere voor het onzekere nemen en juist de verantwoordelijkheid bij wet regelen omdat kinderen nog niet zelf de feiten tegen elkaar kunnen afwegen.
Dit gaf redelijk voorspelbare discussies waarbij ik gisteren op de radio een hele eerlijke Begische meneer hoorde zeggen dat het eigenlijk draait om het feit dat grenzen steeds verlegd worden onder de druk van de technologische ontwikkeling. Tegenwoordig is het normaal dat kinderen zelf de televisie aanzetten en daar behoorlijk wat tijd achter doorbrengen, kinderen zitten zelfstandig op internet, (kleine) kinderen spelen met smartphones en laptops en ook de Belgische regering zwicht onder de eisen van deze tijd door de grenzen te verleggen en daarmee 4G in de hoofdstad Brussel mogelijk te maken. En ik vrees dat deze meneer, wiens naam ik helaas niet meekreeg in de tijd dat ik in de auto zat te luisteren, de eigenlijke reden van dit verbod verwoord heeft.