Martijn Steinpatz schrijft al jaren over games en speelt ze nog veel langer. Wil meer dan alleen standaard artikelen schrijven.
Doritos-gate hield de gemoederen deze herfst flink bezig. Een column op Eurogamer.net zorgde voor een explosie van ongenoegen onder critici en publiek. Corruptie en omkoping roepen lezers. Heeft de games journalistiek een probleem of ligt het enkel aan de beeldvorming? En hoe kunnen we als redactie het vertrouwen terugkrijgen en/of behouden? Kijk. Nieuwspoort is dé plek waar politiek Den Haag, lobby’ers en journalisten elkaar ontmoeten. Er heerst een code voor omgang met vertrouwelijke gesprekken. Voor nieuwtjes die worden uitgewisseld geldt de afspraak: je kan wat er besproken wordt in de media gebruiken, maar je mag de bron en plaats niet noemen. Buitenstaanders spreken over politiek handjeklap en het ‘Haagse Huwelijk’. Insiders noemen het onzin. Het maakt deel uit van het politiek spel en is de ideale manier om veel achtergrondinformatie te bemachtigen.
Toen kwam Fortuyn. De politicus steeg als een raket in de peilingen. Politici deden er alles aan om hem zwart te maken – en de journalistiek gaf ze ruim baan. Deels omdat ze hem te populistisch vonden, deels omdat hij een buitenstaander was en duidelijk niet begreep hoe de Haagse mores werkte en deels omdat het geweldige koppen opleverde. Toen werd de LPF-lijsttrekker vermoord en brak de hel los. Het publiek gaf politici én pers er flink van langs. Doodsbedreigingen volgden. Nieuwspoort werd een synoniem van belangenverstrengeling en van die titel is het – gezien het aantal boeken en artikelen – nooit meer helemaal afgekomen.
Kan hetzelfde gebeuren in de games journalistiek? De signalen zijn er. Lees de reacties op de Resident Evil 6 review van Game Trailers maar. Ook iedere positieve Black Ops II review krijgt een stortvloed aan kritiek. Termen als “omkoping” en “gekochte review” komen regelmatig voor. De User Scores en Metascores wijken ook steeds meer af, hoewel het lastig blijkt een verband te vinden met het commentaar op de media. Ook in de journalistiek klinkt er steeds meer kritiek over bepaalde journalistieke handelswijzes. John Walker van Rock Paper Shotgun bijvoorbeeld en de inmiddels beruchte Rab Florence van Eurogamer.
Doritos
In zijn laatste artikel voor Eurogamer uitte de redacteur zware kritiek op de te hechte band tussen de media en pr-medewerkers van uitgevers. Hij stoorde zich aan Geoff Keighly van Game Trailers die zich liet interviewen tussen reclame van Doritos en Mountain Dew, aan de Games Media Awards waar pr-mensen de beste journalist van het jaar kiezen en redacteuren die meededen aan een Doritos twitterwedstrijd. Bij het laatste noemde hij Lauren Wainwright een freelancer games journalist. Zij dreigde met een rechtszaak als de regels over haar niet geschrapt werden. Eurogamer ging overstag, Florence stapte op en Wainwright kreeg de toorn van het internet over haar heen. Doritos-gate was geboren.
Het is niet het eerste incident binnen de gameswereld. Jeff Gerstmann zou door Gamespot zijn ontslagen vanwege een matige review van Kane & Lynch, waardoor de website door de adverteerder onder druk zou zijn gezet. Walker schrijft dat hij ooit een aanbod kreeg om naar een stripclub te gaan, die hij afwees. Sven Wincke van Larian Studios beweert dat een pr-manager hemel, aarde en een flinke smak geld aan advertenties bewoog om een reviewcijfer met twee tiende te verhogen. Zo kwamen er na Doritos-gate ineens allerlei vage verhalen van redacteuren over anonieme collega’s; interessant, moeilijk na te gaan en schadelijk voor de integriteit van de media.
Toch beweren weinig journalisten dat hun vak corrupt is, zelfs Rab Florence en John Walker niet. Het zijn enkelen. Een groter probleem zit hem in de beeldvorming. Lezers denken bij het vak games journalist niet alleen aan de hele dag games spelen en reviewen, maar ook aan spectaculaire perstrips en goodies. Ze zien de metersgrote advertenties op websites en in bladen en vragen zich af of pers en PR een één-tweetje doen. Hoe hun relatie precies in elkaar zit, daar kunnen ze enkel naar gissen. Wel zien ze dat veel AAA-titels met gemak minimaal een acht halen. Tel daarbij bovengenoemde incidenten op en het is geen wonder dat het publiek langzaam achterdochtig wordt. Daarom is het belangrijk uit te leggen hoe we te werk gaan.
Circus
Goodies en perstrips bijvoorbeeld. Veteranen worden er echter gillend gek van. Jeff Gerstmann (tegenwoordig Giant Bomb) beschrijft een garage vol met games, T-shirts, kapotte beelden en andere rotzooi. Uit morele overwegingen kan hij ze niet verkopen en waarschijnlijk wordt zijn omgeving gek van de gratis gamesmerchandise. En wie laat zich omkopen met een shirt? De spectaculaire perstrips zijn nog erger. Stephen Totilo van Kotaku wees een Porsche testrit voor Need For Speed af. John Walker werd verrast met een middagje motorcrossen. Het hielp de uitgever niet veel. Auto Assault kreeg gemiddeld een 7,2 als Metascore. Deze trips worden zeker bezocht. Soms vanwege hopelijk nieuwe informatie en soms voor geweldige televisie. Voor veel redacteuren draait het echter om games. Het circus kan ze gestolen worden.
Ze gebeuren in Nederland ook vrij zelden; enkel een handjevol reviewers zou hierover kunnen discussieren. Voor de meesten is een normale perstrip meer een saaie rit naar het hoofdkantoor van de uitgever. Daar legt een pr medewerker de besturing en de features uit. Natuurlijk probeert hij een positief beeld te geven, dat is zijn werk. Onze taak is zijn punten mee te nemen en tegelijkertijd oog te hebben voor de mindere zaken – want kritiek moet altijd eerlijk zijn. Persoonlijk stel ik mezelf dan altijd de vraag: Krijgt de speler waar voor zijn centen? Ik vind veertig tot zestig euro veel geld – ook al is het mijn favoriete serie. Uiteindelijk moeten we verantwoording afleggen aan onze lezers. Een goede relatie met de PR geeft ons meer games, een goede relatie met het publiek geeft ons meer lezers – en dat is nog altijd het belangrijkst.
Want veel lezers levert ook veel advertenties op en dus veel inkomen voor een website of blad. Die reclame komt inderdaad ook van de game uitgevers. Het redactiestatuut garandeert echter dat de redactie onafhankelijk opereert van de marketingafdeling. Een intelligente pr medewerker of adverteerder weet dat het niet in zijn belang is het reviewproces ruw te verstoren. Een medium verliest heel snel lezers of bezoekers als het niet meer serieus wordt genomen – en dat beschadigt iedereen op de langere termijn. Het verhaal van Sven Wincke heb ik daarom met enige aarzeling opgeschreven. Hij noemt geen namen, waardoor ik niets kan verifiëren. Ik neigde het verhaal daarom te schrappen, maar ontkennen betekent niet dat het verhaal dan verdwijnt. Ik kan alleen aanraden het verhaal met een korrel zout te nemen.
Ruis
Daarnaast is er altijd felle kritiek geweest. Walker zegt dat dit in lijn is met een algemene trend. Door de malaise in de wereld ontstaan er samenzweringstheorieën waar vooral de experts het moeten ontgelden. Op den duur verandert dit commentaar echter in een soort ruis, waardoor reporters hun schouders ophalen of geïrriteerd raken. In de jaren negentig werd de Power Unlimited bijvoorbeeld er regelmatig ervan beschuldigd een Sega of Nintendoblad te zijn. Adam Pavlacka van Worthplaying krijgt ook ruim vijftien jaar aantijgingen van omkoping en haalt zijn schouders op. Eindredacteur Tom Bramwell daarentegen kreeg op Twitter de wind van voren nadat Eurogamer de beruchte column van Florence had geplaatst. Chill out, we got this, lijkt de pers te zeggen.
Daar schuilt echter het grote gevaar, waarschuwen Walker en Florence. We denken niet meer na over de consequenties van onze acties. Moeten we tien artikelen met screenshots en trailers over één game plaatsen – want gratis reclame? Hoe ver gaan we in onze relatie met een PR medewerker? Mag een journalist nog over een uitgever schrijven als hij ervoor heeft gewerkt? Moeten we launch events en perstrips wel verslaan, ook al kunnen we de game dan alleen na uitgave spelen? Hoe groot mogen onze advertenties zijn? Het draait uiteindelijk om dit: Wie bepaalt het verhaal? Wij of de uitgever? En Florence zegt dat de balans steeds meer naar de laatste doorslaat.
Daar heeft hij een punt mee. Dagelijks wordt de pers overspoeld met persberichten, screenshots, trailers en ander nieuws. Sommigen zijn te nietszeggend voor woorden. Een game die af is bijvoorbeeld. Vaak worden deze berichten gewoon geplaatst, vooral als het om grote titels gaat. Het kost bergen met tijd, maar de lezer wil alles weten dus wordt het gedaan. Ik sprak ooit een voormalig regiojournalist, die dit fenomeen ‘vakken vullen’ noemt. Kleine rotproducten in de schappen plaatsen omdat de winkel vol moet lijken en iemand het wellicht wil hebben. Uitgevers profiteren hiervan door een constante stroom van goederen te leveren. Handig voor de redacteur, maar nog handiger voor slimme uitgevers die zo hun verhaal kunnen aansturen en controleren.
Oppoetsen
Daarom moeten we blij zijn met Doritos-gate. Het schudt ons wakker, zet ons weer aan het denken. Een aantal bladen heeft inmiddels zijn redactiestatuut aangepast. Eurogamer zal bijvoorbeeld geen VIP reviews in hotels of het buitenland bijwonen, de reviewers mogen niet schrijven over een bedrijf waar ze twee jaar geleden voor hebben gewerkt en alle reiskosten worden zoveel mogelijk zelf betaald. Ze melden dit ook in hun previews, kijk bijvoorbeeld naar hun verhaal over Bioshock Infinite. Ook VG247 en de gameredactie van The Guardian hebben hun regels opgepoetst om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Keighly en collega’s zullen wel twee keer nadenken voordat ze naast een zak Doritos gaan zitten.
Wat Nieuwspoort is overkomen, hoeft de games journalistiek niet te gebeuren. Uiteraard mag de pers zich een keer vergissen of zich vergalopperen. Zolang we daarna eerlijk toegeven dat we fout waren geweest. Journalistenwerk blijft immers mensenwerk. Door open, eerlijk en duidelijk richting het publiek te zijn kunnen we een hoop misverstanden voorkomen. Dat betekent dat we moeten blijven nadenken over onze relatie met de pr, onze regels eventueel verscherpen en sommige aanbiedingen gewoon weigeren. Dan maar later een review exemplaar. Mike Krahulik van Penny Arcade schreef ooit dat een reviewer zich als een goede vriend moet voorstellen. Hij moet vertrouwen opwekken – alleen dan kan hij serieus worden genomen. Uiteindelijk is onze integriteit het enige wat wij schrijvers hebben.