Groen en zwart; de kleuren van een wonder. Want dat was het, toen 25 jaar geleden de Nintendo Game Boy op de markt kwam. Eindelijk kon je zonder aan een TV vast te zitten spelletjes spelen, en dan niet één spelletje dat vastgebaken in een apparaatje zat, maar verschillende, door simpelweg de cartridge te verwisselen. Voor iedereen die opgegroeid is in deze mobiele tijd zal het misschien lastig te begrijpen zijn, dat de éénkleurige pixelbrei die je alleen kon zien als je goed in het licht zat zo schokkend kon zijn, maar eindelijk kon je spelen in het zwembad, in de tuin, op het schoolplein of waar je ook maar wilde. En met Tetris als launchgame kon je het niet veel beter treffen. Als je denkt dat Angry Birds dé mobiele verslaving is ben je duidelijk niet in de jaren ’90 jong geweest.
Er zijn ook weinig systemen die zo vaak een makeover hebben gekregen dan Nintendo’s handheld. Van de originele Gameboy in ’89 gingen we vervolgens via de Game Boy Pocket naar de Game Boy Color, de Game Boy Advance, de Advance SP en uiteindelijk de weinig succesvolle Game Boy Micro in 2005. De Game Boy-lijn is voortgezet totdat uiteindelijk de DS in hetzelfde jaar als de Micro uitkwam een veel groter succes werd dan Nintendo in eerste instantie had gedacht en er geen reden meer was om verder te gaan onder de Game Boy noemer. Maar voordat het zover was heeft de Game Boy miljoenen spelers bezig gehouden met fantastische games.
Als je kijkt naar de eerste versies van de Game Boy, tot aan de Advance, dan zijn er een aantal games die nog steeds leuk zijn om te spelen, hoe krempetig het er nu ook mag uitzien. Snake op een Nokia 3310 is immers ook nog steeds leuk om te spelen, toch? Fier bovenaan prijkt natuurlijk de originele Tetris, maar er zijn genoeg pareltjes op de Game Boy uitgekomen, zoals Pokémon Red en Blue, die eigenhandig een run op Game Boys hebben veroorzaakt lang nadat het apparaat was uitgekomen. Maar er zijn meer Nintendo franchises die een meer dan aardige portable versie hebben gekregen. The Legend of Zelda: Link’s Awakening is net een stapje onder A Link to the Past qua kwaliteit (en dus fantastisch) ondanks de beperkingen van het platform, maar ook Super Mario Land 2, Metroid 2, en Kirby’s Dream Land waren boeiend en uitgebreid genoeg om je heel wat autotripjes bezig te houden. Om nog maar te zwijgen van de zwarte gaten die Pokémon Pinball en Mario’s Picross heten.
Maar ook andere uitgevers hebben goed werk verricht op de Game Boy: het minder bekende maar redelijk fantastische Gargoyle’s Quest van Capcom bijvoorbeeld, waarin je één van de vijanden uit de Ghosts & Goblins serie speelt die zijn wereld moet redden. Na een teleurstellend eerste deel kwam Konami ook goed uit de hoek met Castlevania II: Belmont’s Revenge en ook de Game Boy Color versie van Metal Gear was prima te pruimen. En als je van RPG’s hield kom je je lol op met Square’s Final Fantasy Adventure. Opvallend was hoe veel platformgames er uitkwamen in die tijd, al waren er helaas ook een hele hoop die niet al te fantastisch waren. Maar ja, ze kunnen niet allemaal Mega Man V of Wario Land heten.
En als je naar de tweede generatie (vanaf de Game Boy Advance) kijkt, dan wordt de lijst met klassiekers nog veel langer. Natuurlijk zit het vol met Nintendo’s eigen materiaal, zoals Mario Kart Super Circuit, de briljante Metroid Fusion en Metroid: Zero Mission, Advance Wars (de heroïne onder de strategiegames, samen met Fire Emblem), Mario Tennis Power Tour en Mario & Luigi: Superstar Saga. Nintendo is in die tijd ook begonnen met het eindeloos heruitgeven van hun eigen titels, zoals Mario 3, Super Mario World, Yoshi’s Island, en Zelda: A Link to the Past die een nieuwe kans kregen op het protable systeem. Natuurlijk moest er ook een nieuwe set Pokémon komen, namelijk Ruby en Sapphire. De GBA was ook een ideaal systeem om te experimenteren, iets dat een game als Wario Ware mogelijk heeft gemaakt.
Maar ook games als Castlevania: Aria of Sorrow (in de tijd dat Castlevania nog door IGA werd beheerd) en de minder bekende maar verdomd goede Ninja Cop en Astro Boy: Omega Factor waren platformpareltjes. Gek genoeg werd de beste Zelda-game op de GBA niet door Nintendo gemaakt maar door Capcom, die met The Minish Cap alles uit de hardware wisten te persen en als je daar niet genoeg aan had was er altijd nog Golden Sun. De strategie-games werden ook steeds populairder in die tijd, met toppers als Final Fantasy Tactics Advance en Tactics Ogre. Er was zelfs een heel competente versie van Tony Hawk’s Pro Skater 2! Wat je ook leuk vond; op de GBA was er altijd wel iets te vinden, maar dat is ook niet zo gek. Toen de systemen na de Super Nintendo allemaal overstapten naar 3D was er voor heel veel mensen die heel goed waren in 2D-ontwikkeling weinig ruimte meer, maar die konden op de Advance verder gaan waar ze bij de SNES gebleven waren.
Hoe je het ook wendt of keert: de naam Game Boy is jarenlang synoniem geweest voor portable gaming en heeft concurrenten als de Lynx, de Game Gear en de Neo Geo Pocket Color gereduceerd tot voetnoten in de annalen van handheld gaming, en terecht. Zeg wat je wilt van Nintendo, maar ze hebben altijd geweten wat belangrijk was in een portable console: batterijduur, robuustheid en vooral hele goede games die specifiek gemaakt zijn voor het platform, in plaats van afgeslankte versies van bestaande games. Het is niet voor niets dat ondanks hun tegenslagen in de consolewereld en de groeiende concurrentie met smartphones de 3DS nog steeds loopt als een trein. Dus gefeliciteerd met het jubileum, Nintendo, en bedankt voor al het protable plezier.