Martijn Steinpatz schrijft al jaren over games en speelt ze nog veel langer. Wil meer dan alleen standaard artikelen schrijven.
Ubisoft kwam met een grote verrassing deze E3: Trials en Far Cry 3: Blood Dragon in één game. In de woorden van TV-presentator Jeremy Clarkson: wat zou er mis kunnen gaan met Trials of the Blood Dragon? Net zoals in Top Gear: een heleboel.
Het klinkt als een winnaar. Men neme een populaire BMX-game waarin je met veel hangen en wurgen over een parcours met veel obstakel moet crossen en gooien er vervolgens een supermelig sausje van een ode/parodie aan/op de jaren tachtig overheen. Succes verzekerd, toch?
Helaas. De basis van Trials (of the Blood Dragon) is nog steeds hetzelfde: proberen zo snel mogelijk en foutloos de finish te halen terwijl je fiets door de ragdoll physics alle kanten op stuiteren. De vernieuwingen die de makers erbij hebben gepropt werken echter van geen kant.
Om een of andere vreemde reden besloot Ubisoft dat een simpele racefietsgame niet goed genoeg was. Dus trakteren de makers ons regelmatig op platform-, stealth-, jetpack- en shootermissies en krijgen we zelfs een flipperkast sectie en regelmatig een baasgevecht voor de kiezen.
Waarom dit bij Trials zou passen is mij niet helemaal duidelijk. Ten eerste streeft de fan naar een perfecte speelsessie – en daar lenen bovengenoemde genres zich niet goed voor. Ten tweede vereisen zulke titels een strakke besturing – en daar draait het bij Trials juist niet om.
Dus krijgen we saaie platform sessies waar springen zweverig aanvoelt, zinloze stealth- en shooter-stukken en jetpack-secties waar je overal behalve de goede richting in gaat. Zelfs het BMX gedeelte is een ramp wanneer je afhankelijk bent van een grijphaak die nooit echt goed – en vloeiend – werkt.
Regelmatig vroeg ik me af wat het nut van een level was. Waarom zou ik proberen een A+ (lees: foutloze missie) willen halen als ik acht minuten bezig ben met een racetrack, vervolgens een regen aan kogels niet weet te ontwijken en dus weer overnieuw mag beginnen?
De frustratie bereikt een dieptepunt bij de bom missie. Trials of the Blood Dragon verwacht dat je die door het hele level heen sleurt terwijl drie kleine tikjes al voldoende is om hem te laten exploderen. Het explosief valt al bij het kleinste zuchtje al van je motorfiets en vervolgens mag je het met je onhandelbare jetpack proberen. Ik ging zonder overdrijven 76 keer dood.
Hoe dit ooit langs de testers is gekomen, blijft mij een raadsel. We hebben het hier niet over een game vol bugs, maar een compleet concept dat niemand met enige verstand in zijn kop had goedgekeurd. Al die nieuwe ideeën werken simpelweg niet voor een Trials game.
Het verhaal boeit ook niet. De enige parodie in Trials of the Blood Dragon is Blood Dragon zelf. Ubisoft beschrijft zich als een grote “Murrica” klucht. De Amerikaanse vlaggen, arenden en anticommunisme vliegen je om de oren – en het is gewoon niet grappig.
Zonde, want Trials of the Blood Dragon heeft in het begin best toffe momenten. Zwaar onder de drugs een psychedelisch parcours afleggen en op een motor een ICBM berijden zijn de vroege hoogtepunten die later nooit meer terugkomen.
Trials of the Blood Dragon probeert het wiel opnieuw uit te vinden en daardoor gaat het geweldig op zijn plaat. Meer kunnen we er niet van maken. Fans van de Trials games of Far Cry: Blood Dragon moeten deze game zwaar links laten liggen.