Martijn Steinpatz schrijft al jaren over games en speelt ze nog veel langer. Wil meer dan alleen standaard artikelen schrijven.
De gemoederen waren nogal hooggespannen rond The Evil Within. Het werd gepromoot als dé game die het survival horror genre nieuw leven in zou blazen. Helaas voor director Mikami en zijn Tango Gameworks gingen er al een paar titels (P.T., Alien Isolation) met die prijs vandoor – en zijn eigen horrorgame is niet zo geweldig.
Er zit iets naargeestigs aan deze game – en daar bedoelen we niet altijd de horror-kant mee. The Evil Within zit je op de meest ongelegen momenten dwars. Soms door de slome besturing, door bizarre ontwerpkeuzes of doordat het gewoon de hufter wil uithangen.
Sebastian Cabelleros speelt zoals zijn collega’s in de oude survival horror games. Veteranen meenden dat die spellen zo eng waren omdat de besturing niet altijd mee hielp. Mikami heeft duidelijk geluisterd want de agent loopt, draait en richt als een tank.
Waarom dat een vooruitgang zou moeten zijn, ontgaat me eerlijk gezegd enigszins. Er zijn zat spellen met vloeiendere besturing (P.T., Alien: Isolation, Dead Space) die de spelers veel beter een hartverzakking kunnen geven. De besturing van Evil Within frustreert meer dan dat het beangstigt.
Rennen is ook een verzoeking. Een energiemeter geeft aan hoe lang je kan hollen en dat blijkt buitengewoon weinig te zijn. Nog erger, als deze meter leeg is hijgt onze held voor een vijftal seconden uit. Geen geweldig moment als er een psychopaat met kettingzaag achter je aanrent.
Er zijn meer vreemde keuzes. Je kan verslagen vijanden verbranden met speciale lucifers, maar niet met de toorts. Het sluip- en verstopelement wordt alleen in de eerste twee velden gebruikt, en is daarna volstrekt irrelevant. Je strompelt door het eerste level heen om daarna op miraculeuze wijze weer te kunnen rennen.
The Evil Within is sowieso niet erg scheutig met informatie. Eerst moet je langs je tegenstanders sluipen, daarna moet je juist langs ze heen rennen. Het vertelt je ook niet wanneer het handigst is om (dode) vijanden te verbranden, laat staan dat er een brandende staaf dynamiet tussen je enkels ligt.
En soms gedraagt de game zich als een regelrechte zak. De boobytrap in een pikdonkere ruimte. De knop waardoor je gespiest wordt. Eindbazen die je zonder waarschuwing in één klap dood kunnen slaan.The Evil Within tergt je tot het uiterste waardoor je de eerste vier uur het liefst wil stoppen.
Zonde, want halverwege toont Shinji Mikami waarom hij een topdirector is. Sommige baasgevechten (zoals Boxhead en het tweede gevecht met de spinnendame) zijn erg intens. De game geeft je steeds meer manieren om je te verdedigen. En het gesol met Cabelleros wordt steeds intrigerender.
Helaas is er voor ieder boeiende plotwending, interessant veld of Boxhead een saaie conversatie, een bijdehand scenario waardoor je herhaaldelijk opnieuw mag beginnen of dat verschrikkelijke beest in de parkeergarage. Het haalt te vaak het bloed onder de nagels vandaan om een echte klassieker te zijn.
De positieve kanten zullen ook niet helpen als je meer van de subtiele, suggestieve horror houdt. The Evil Within is Texas Chainsaw Massacre door dik en dun. Geweldig voor degenen die daar van houden, maar voor de rest zal de rivieren aan bloed en ingewanden gaan vervelen of zelfs irriteren.
Je haat het of je houdt ervan, The Evil Within biedt geen middenweg. Het is een compromisloze keiharde slashermovie, die spelers tot het uiterste van hun geduld zal testen. Liefhebbers van old school survivor horror kunnen hun hart ophalen, de rest kan beter iets anders zoeken.