Als ik je zou vertellen dat er een game is waarbij je een meisje speelt die 200 jaar later dan gepland ontwaakt uit haar cryo-slaap en er achter komt dat er op de planeet waar ze robots moest onderhouden dingen mis zijn gegaan, zou je me voorzichtig beginnen tegen te houden en dingen gaan zeggen als “jaja, prima, maar is het leuk om te spelen?” Ja? Dan kunnen we verder praten, want van het verhaal moet ReCore het niet hebben. Het is een typische actie-platformer zoals je die veel zag in de vorige generatie, met platform-elementen, veel schieten, simpele puzzels en robot-buddies.
Het team dat ReCore heeft gemaakt bestaat uit teamleden die o.a. Metroid Prime en Megaman hebben gemaakt. Dat zie je in alles terug, van de ontwerpen tot de manier waarop je je door de wereld heen beweegt. De mobiliteit die hoofdpersoon Joule heeft met twee sprongen en een dash zet de toon en het wapen dat je gewoon kunt afvuren of kunt opladen voor een krachtiger schot komt ook bekend voor.
De Metroid Prime-invloed zie je terug in de verschillende kleuren kogels waarmee je gaandeweg de game kunt schieten, die corresponderen met de vijanden die je kunt tegenkomen in de wereld. Je robot-buddies dienen als hulp bij het vechten en als sleutel tot bepaalde gebieden: vliegen, langs magnetische rails lopen, obstakels uit de weg ruimen en objecten uit de grond graven: voor elke horde is er een robot. Die kun je door middel van gevonden upgrades sterker maken, een leuke toevoeging die echter niet heel goed uit de verf komt.
En daar hebben we het centrale probleem met ReCore: bijna niks komt uit de verf. Het lijkt er heel sterk op dat deze game sneller dan origineel de bedoeling was uit heeft moeten komen. Er zitten veel bugs in: niet alleen val je verrassend vaak ‘door’ de wereld heen omdat het spel vergeten is de grond te renderen, de game crasht ook nog wel eens keihard en als dat niet gebeurt worden niet onbelangrijke cutscenes of andere kritieke interacties niet gestart, zodat je onwetend vast zit en doelloos door de wereld struint.
Maar dat is nog niet het ergste: de absurd slechte optimalisatie van de game op de Xbox One duurt elke transitie tussen gebieden, of dat nu lopend of via fast travel is, ongeveer twee minuten. Elke keer. Het maakt alles kapot: je gaat geen gevaarlijke platformstunts uitproberen, want als je mis springt duurt het twee minuten. Als je een robot-onderdeel hebt gevonden en je maatje wilt upgraden: twee minuten heen, twee minuten terug. Doe het straks wel. Bug? Twee minuten plus Gilles de la Tourette. Het is zo intens frustrerend dat ik ronduit moet zeggen dat totdat dit gefixt wordt je deze game NIET moet spelen als je alleen een Xbox One hebt.
Op een PC is het een stuk beter, als je althans wel eerst al je updates (Windows 10 Anniversary Edition verplicht) hebt gedaan. Met de game op een SSD geïnstalleerd is het echter opeens een heel ander verhaal: laadtijden worden 10 seconden maximaal, de framerate is opeens wél goed en alles ziet er (zij het marginaal) beter uit. Eerlijk is eerlijk, die verandering heeft mijn speelplezier helemaal teruggebracht.
Wat wel opvalt is dat de eerste vijf á tien uur een hele andere ervaring zijn dan de latere fases van het spel, waar je zonder al te veel richting Prismatic Cores (de dingen die je moet krijgen om verder te komen) moet verzamelen om aparte ‘dungeons’ te openen, waar je dan kunt vechten of platformen om meer Cores en upgrades te krijgen, die weer de deur openen naar meer dungeons, en ga zo maar door. Alweer: het lijkt alsof de helft van het verhaal er uit is gesloopt.
Lang verhaal kort: deze game heeft een solide basis, een leuk idee, maar is tragisch slecht uitgewerkt. ReCore had nog een half jaartje in de oven moeten zitten en dan had het echt iets gaafs kunnen zijn, maar zoals het is moet je je ogen zo hard dichtknijpen om de imperfecties te zien dat je ze net zo goed helemaal kunt sluiten. Nogmaals: speel dit sowieso niet op Xbox One, maar zelfs op PC zou ik je vraag uit de eerste paragraaf nog steeds moeten beantwoorden met: “Ja. Maar.”