No Man’s Sky is speciaal. Waarom? Omdat het een belofte waar heeft te maken die al sinds 2014 in de breinen van gamers heeft zitten rijpen. Dat gaat zo: “je krijgt een onmetelijk universum dat gegenereerd wordt terwijl je speelt en waarin je helemaal vrij bent om te doen wat je wilt, waarin elke planeet anders is en waarbij het onmogelijk is om alles te zien dat deze game bevat. Vechten, handelen, overleven, maar vooral ontdekken. Tot je er bij neervalt.”
Dat was de belofte, maar de realiteit is natuurlijk iets anders. Niet gek, want ontwikkelaar Hello Games is begonnen met minder dan 10 man aan deze game, en hoewel ze wat hulp hebben gehad blijft het een enorm klein team voor zo’n enorm grote game. Sinds gisteren is hij uit op de Playstation 4 (de PC versie volgt morgen) en veel gamefans zijn er opgedoken. Ik ook. Grote vraag: wat doe je nou eigenlijk in No Man’s Sky?
Die vraag is na krap twee dagen spelen nog niet helemaal te beantwoorden, maar laat ik het simpel houden: stel je Minecraft voor, maar dan mooi, in de ruimte, zonder dat je dingen kunt bouwen. Je start gestrand op één van de miljarden planeten die het procedureel gegenereerde universum biedt, moet je ruimtescheepje repareren door materialen te verzamelen op die planeet en van daar uit kun je langzaam maar zeker beginnen aan je ontdekkingsreis. Het ‘einddoel’ is het bereiken van het centrum van het universum, maar uiteindelijk is het aan jou hoe lang je daar over doet en welke route je neemt.
De planeten zijn gevuld met flora, fauna, geheimen en soms een enkele alien waarmee je kunt ruilen. Je kunt (als je zover bent) op elk moment in je schip stappen, opstijgen en door de dampkring gaan op weg naar de volgende planeet, alles zonder een moment uit het spel gehaald te worden. Een leuk detail is dat je alles dat je als eerste ziet in de game een naam mag geven, die andere spelers van het spel dan ook zullen zien, zouden ze ooit op de planeten komen die je hebt bezocht. Nogmaals, het spel is zo verdraaid groot dat die kans vrij klein is, maar het kan. Als je dus ooit op Xipingda-9 Akama terecht komt: dat was mijn startplaneet.
Het is altijd onduidelijk geweest of er nu genoeg te doen zou zijn om No Man’s Sky interessant te houden en naarmate mijn speeltijd vordert begin ik te snappen waarom dit niet voor iedereen gaat zijn: als je het type speler bent dat urenlang in Minecraft kan rondlopen en gewoon kijkt wat ‘ie tegenkomt is dit ideaal, maar er zullen genoeg mensen zijn die geconfronteerd met compleet vrije keuze niet goed weten wat ze moeten en afhaken. Je moet vooral leren loslaten, want dit spel is niet uit te spelen, sommige planeten zijn gewoon niet fijn om te bezoeken en dan moet je gewoon gaan, of er nou misschien nog iets interessants ligt of niet.
Je moet wel een lust voor ontdekkingsreizen hebben om deze game te kunnen waarderen, maar als dat zo is (en je niet bang bent om vaak in menu’s te zitten rommelen, want ook dat is een belangrijk onderdeel van No Man’s Sky) is er geen mooier gerealiseerd universum dan dit te vinden op de PS4. We zitten nog maar aan het begin van de reis, maar het ziet er nu al goed uit.
[Afbeelding © Hello Games]