Een discloze Xbox One, Apple die een streamingdienst voor games aankondigt en Google’s spannende project Stadia. Er breekt een spannende tijd aan in de gamewereld, want wie gaat er uiteindelijk met het grote publiek vandoor?
Er is al vaker geprobeerd om cloudgaming groots te maken. Nvidia Geforce Now is daar een goed voorbeeld van, maar bijvoorbeeld ook PlayStation Now dat bij sommige games de optie biedt om deze in de cloud te spelen. Dat betekent dat je geen bestand download op je spelcomputer, maar dat je de game gestreamd krijgt vanaf een server. Dat scheelt jou weer opslagruimte.
Maar daar zitten wel wat haken en ogen aan. Sommige gamers bevalt het niet dat ze dan geen ‘eigenaarschap’ hebben over het bestand, omdat het niet op hun apparatuur staat. Anderen lopen tegen het probleem aan dat vaak wordt genoemd als de grote tegenwerker van games streamen: de te trage internetverbinding.
Je hoeft echt geen oude modemgeluiden in je hoofd te horen als het gaat om een internetverbinding die niet optimaal is voor games streamen, want een heleboel moderne, snelle connecties kunnen een game ook goed verpesten. Er hoeft namelijk maar af en toe een hapertje in te zitten en je verliest. Iedereen die wel eens een vechtspel heeft gedaan weet het: iets dat slechts een milliseconde duurt, dat kan kan je de kop kosten.
Games streamen is dus heel gevoelig voor haperingen, maar ook voor een te langzaam contact tussen jouw systeem en die server ergens ver weg. Je verbinding hoeft dan niet te haperen, maar als jij een beeld net iets later doorkrijgt en de server krijgt op zijn beurt jouw input (de knoppen die je indrukt) weer met wat vertraging door, dan kun je in online competities waarschijnlijk moeilijk bijblijven.
Kortom, die internetverbinding is belangrijk en juist nu die steeds beter wordt door glasvezel (maar denk ook aan mobiel gamen dat straks hopelijk via 5G kan), zien bedrijven hun kans schoon om dat games streamen eindelijk groots mogelijk te maken. Niet voor niets worden de iniatieven die recentelijk zijn aangekondigd door Apple en Google “de nieuwe Netflix van gaming” genoemd: die Netflix van gaming is er momenteel nog niet.
In een miljardenindustrie als die van games is het zeer aantrekkelijk om de grootste te zijn. Het is de vraag of dat echter zo zal werken, of dat we een landschap zien waarin meerdere aanbieders zo hun eigen publiek hebben. Dat is nu immers ook het geval: de ene gamer houdt van Sony, terwijl de andere zweert bij Microsoft. Als je de exclusieve games van de een meer waardeert, dan zal je waarschijnlijk niet zo snel geld uitgeven aan een andere dure console.
Echter moet hier iets niet worden vergeten, en dat is wat dat games streamen nu juist zo aantrekkelijk maakt: je kunt de games -als het goed is- straks op elk apparaat spelen. Dat is bijvoorbeeld het plan van Google Stadia. Je hoeft dus geen dure console aan te schaffen als je als PlayStation-fan toch ook af en toe een Xbox-exclusieve game wil spelen. En natuurlijk gaan die streamingdiensten ook aan de slag met exclusieve titels. Voor Apple Arcade zijn er al meer dan 100 nieuwe en/of exclusieve titels aangekondigd.
Als IT-grootmachten kunnen Apple en Google dus wel degelijk het verschil maken in de gamewereld, die verder al jaren uit dezelfde grote spelers bestaat. Apple met zijn exclusiviteit en Google met zijn toegankelijkheid. Het is afwachten nu wat de bekende gamebedrijven gaan doen en of er mogelijk nog andere partijen in dat gat zullen springen dat er nu nog is wat betreft games streamen. Kunnen we straks echt praten over die ‘Netflix van videogames’ of ligt dat straks veel ingewikkelder? Dat is aan de belangrijkste en misschien wel moeilijkste groep om te bepalen: de gamers.
