Gaming13.08.2015

Gamescom 2015: Ridder tegen Samurai tegen Viking in For Honor


Multiplayer zwaardvechten op de meest tactische manier

Voordat ik de kamer instapte waar ik mijn eerste potje For Honor heb gespeeld wist ik eigenlijk helemaal niks van deze game. Op het eerste oog zag het er uit als de zoveelste hack ‘n’ slash game, maar dan nu met ridders in plaats van Chinese legendes. Ik had er niet verder naast kunnen zitten, want For Honor combineert twee interessante dingen: een vechtsysteem waarbij berekende precisie meer effect heeft dan blind hakken, en de onderliggende systemen van een MOBA – een genre dat me doorgaans veel te ingewikkeld is – zonder een karrenvracht aan karakters om te leren.

Simpelweg speel je als Samurai, Viking, of ridder op een slagveld vier tegen vier. Echte spelers, welteverstaan, want het slagveld is verder wel bezaaid met AI-gecontroleerde troepen die meevechten en waar je doorheen slaat als hadden ze geen harnas aan. Het is ook belangrijk om dat te doen, want de AI duwt richting de controlepunten die je moet bezetten om een potje te winnen. Ze zorgen er ook voor dat je steeds sterker wordt en meer van je speciale vaardigheden kunt gebruiken, maar uiteindelijk is het belangrijkste echter dat je slimmer bent dan je menselijke tegenstanders.

Het vechtsysteem is simpel om te leren maar biedt een hoop diepte: je kunt vanuit drie verschillende richtingen met je zwaard slaan (links, rechts, en van boven) en daarnaast kun je kiezen tussen een gewone of een zware aanval. Blokkeren gaat via hetzelfde principe, waarbij je echt moet zorgen dat je de vijand niet door je verdediging heen laat, want anders doet het pijn. Switchen tussen de richtingen is bijna onmiddellijk, dus er ontstaat een tactisch spel waarbij je moet proberen te anticiperen, uitlokken en afstraffen met speciale tegenaanvallen.

Als je tegenover iemand staat is het direct spannend, omdat je niet heel snel weer terug komt op het slagveld als je het onderspit delft. Naar het einde van een match toe gaat er ook nog eens een soort sudden death in werking, en als er dán twee man op je af komen wordt het heel penibel. Sowieso was de multiplayer match die we speelden een mooi voorbeeld van kracht door grote aantallen, want de tegenstanders hadden wél goed begrepen dat als er drie ridders op een controlepunt af komen rennen, je er met vier prima gehakt van kan maken. En zo gebeurde, maar je bent gelukkig wel mobiel genoeg om de ijzeren benen te nemen en op een later moment via een omweggetje een ander punt te pakken.

Het was uiteindelijk maar een korte glimp die ik heb gehad van For Honor, maar het was wel al genoeg om me naar meer te doen verlangen. Sinds de Souls games kan ik een goed zwaardgevecht extreem waarderen, en dat soort diepte lijkt in For Honor ook te zitten. Hoe het dan precies zit met het verhaal; wat het verschil is tussen de Samurai en de Vikingen ten opzichte van de ridders die ik nu heb gezien; of het verhaal ook leuk is; wie zal het zeggen? Maar de basis van de game – het vechten – is nu al zo solide als een harnas, en dus ren ik bij de eerstvolgende kans regelrecht het slagveld op van For Honor. Ubisoft moet het wel spectaculair verfucken als dit geen hele goede multiplayer-titel gaat worden volgend jaar.

Patrick Smeets

Game-enthousiast, tech blogger en presentator. Was ooit rockster. Local celebrity in Limburg maar ziet graag veel van de wereld. Er zijn niet genoeg kattenGIFjes in de wereld.

...