Game-enthousiast, tech blogger en presentator. Was ooit rockster. Local celebrity in Limburg maar ziet graag veel van de wereld. Er zijn niet genoeg kattenGIFjes in de wereld.
Misschien is het de rare manier waarop de afspraak voor de nieuwe Black Ops ging: na aanmelding werden we zonder enige introductie voor een monitor geplempt en konden we meteen aan de slag met een aantal modes in de nieuwe Call of Duty. Na een ronde Kill Confirmed, Hard Point en Domination moet ik echter bekennen dat ik het verschil met Advanced Warfare niet zo goed kan vinden. De mobiliteit is overeind gebleven, dus je kunt de levels veel verticaler benaderen en ook de manier waarop je met kleine obstakels omgaat lijkt lekker gemaakt.
Het grootste verschil zit ‘m eigenlijk in de specialists, de karakters die allemaal een eigen speciaal wapen of eigenschap kunnen gebruiken. In mijn geval was het een straal die alles in zijn weg in één klap vermorzelde. Dat wapen kun je maar af en toe gebruiken en dat wordt bepaald door een timer. Die timer loopt vanzelf op, maar als je het goed doet kun je ‘’m versnellen, zodat je flink huis kan houden met dat ding. Klinkt misschien bekend? Als je Destiny hebt gespeeld vast wel, want het systeem is gelijk aan hoe de supers daar worden ingezet. Het idee erachter is ook goed: iedereen kan tijdens een potje tenminste één keer goed knallen. Nu is het trouwens niet zo dat al die verschillende specialists niet te kloppen zijn als ze dat wapen hebben, je moet alleen heel goed opletten als je er eentje tegen komt.
Wat me echter verbaasde is hoe gewoontjes Call of Duty is geworden. Het pick-10 systeem dat je gebruikt in Black Ops 3 is nog steeds één van de slimst gebalanceerde die de serie ooit heeft gehad, het aantal wapens en perks (hoewel er wel een aantal subtiele veranderingen gedaan zijn in wat je kunt kiezen) is nog steeds enorm, dus daar is in de basis niks mis mee. Je merkt wel steeds meer dat de veranderingen allemaal op zo’n micro-niveau zijn dat er in de basis toch echt weinig verandert, hoe hard ze ook roepen bij ontwikkelaar Treyarch dat ze ‘radicaal’ snijden in de formule merk ik dat niks van. Begrijp me niet verkeerd, het is nog steeds een prima shooter.
Ik kan echter niet ontkennen dat ik een steeds grotere afkeer begin te krijgen van het ‘spawn-shoot-die-repeat’-loopje waar je in Call of Duty snel in terecht komt. Vanaf het moment dat iemand op je begint te schieten is het eigenlijk al voorbij en ondanks dat er iets te zeggen valt voor een shooter waarin positionering voorop staat vind ik het ook leuk om vuurgevechten te hebben die langer dan één seconde duren. Ik heb alle drie de potjes in de top 3 afgesloten, dus het is niet dat het niet ging, ik vond het gewoon niet meer zo leuk. In die zin zal Call of Duty echter nooit veranderen, en misschien is mijn smaak intussen veranderd.
Als je jezelf niet herkent daarin heb ik dus automatisch goed nieuws voor je: Call of Duty is nog steeds Call of Duty. Probeer anders mee te doen aan de beta die 19 augustus begint op de PS4, dan kun je zelf kijken of je meedoet dit jaar.