Gamergate. De hashtag klinkt de lezer misschien bekend in de oren, voor veel gamers voelt het meer aan als een brandmerk. Al vijf maanden gloeit deze veenbrand na op forums en social media, ook al probeert iedereen met man en macht deze te blussen.
Een neutraal persoon
Gamergate proberen uit te leggen is lastig. Voor Nederlanders is het nog enigszins gemakkelijk: het is als de Fortuynrevolte, alleen dan zonder Pim Fortuyn en mét een hoog stupiditeitsgehalte.
Hoe dit allemaal begon is net zo ingewikkeld als de start van de Eerste Wereldoorlog. Het eerste schot kwam van Gavrilo Princip, maar de omstandigheden begonnen decennia eerder. Daarom doen we het in fases, en daarvoor beginnen we met het landschap: het internet.
Ergens aan de bovenring van het Feyenoord Stadion hangt een bord. De precieze tekst ontgaat mij, maar het verzoekt het publiek geen spreekkoren te beginnen. Sympathiek, maar onvoldoende. Als De Kuip eenmaal door het lint gaat, houdt niemand zich eraan.
Waarom zouden ze? Er wordt zelden een supporter voor beledigende teksten bestraft. Zeker niet in een stadion, ook al hangen er tientallen camera’s in het dak en houden net zoveel suppoosten de fans in de gaten. Probeer maar eens te bewijzen dat jij die bepaalde tekst hebt geroepen.
Een dilemma waar Zoe Quinn ook mee kampt. Al een klein half jaar kampt de developer met online dreigementen, ondanks een door de rechtbank afgedwongen omgangsverbod. Ze is haar eigen huis al maanden niet meer in geweest en leefde volgens haar zelfs een kleine week in een liftschacht.
Wanneer houdt augustus op, schreef ze. Een jaloerse ex besloot toen een online knokploeg op haar af te sturen, met het excuus dat ze ‘het gedaan zou hebben met journalisten voor positieve reviews’. Anonymous, de beruchte hacktivist groep, was genoeg gewillig haar daarvoor te straffen.
Haar vlucht uit huis leidde tot verontwaardigde reacties van developers, sympathisanten en de media. Dit leidde tot een felle afwijzing van de media en uiteindelijk tot het beruchte Gamergate.
Er is inmiddels een hoop geschreven over de meest gehate hashtag van 2014. Van oproepingen tot matiging en felle kritiek van prominenten, stukken in de
New York Times en Washington Post tot tweets als #Ilovegames en #conspiracy tweets. Niets hielp. Gamergate leeft nog steeds.
Frustrerend voor de slachtoffers, maar ook niet echt verrassend. Als voetbalsupporters worden bewaakt door politie, Mobiele Eenheid, suppoosten en een camerasysteem en nog steeds “Joden aan het Gas” kunnen brullen, hoe houdt een simpele petitie een onbegrensde Anonymous dan in toom?
Al decennia wordt geschreven over hooligans. Bill Buford rende in
Tussen het Tuig met de Firm van Manchester United mee. Paul van Gageldonk beschreef in de jaren negentig de daden van de S.C.F. Talloze artikelen, boeken en studies zijn er over het fenomeen verscheen.
Want de schade was enorm. Vechtpartijen in en rond de stadions, supporters die een spoor van vernieling in de binnensteden achterlieten, bommen die op het veld werden gegooid; de ravage was in de jaren tachtig en negentig moeilijk te negeren.
Tal van oplossingen werden aangedragen. Aanspreken, boetes, taakstraffen, stadionverboden, arrestaties; sommigen hielpen, de meeste niet. Uiteindelijk veranderden stadions in kleine vestingen waardoor het meeste geweld rond de stadion tot het verleden behoorde – behalve dan het verbale.
Het laatste bleek het hardnekkigste probleem van allemaal. Spandoeken, stil leggen van wedstrijden, boetes aan de club, hoogst verontwaardigde artikelen, bezoek aan concentratiekamp Westerbork. De anti-joodse liederen bleven van de tribunes klinken.
Quinn’s relaas op haar blog klinkt bekend voor hooligan-volgers. Een juridisch systeem dat moeite heeft de (internet) hooligans te (be)grijpen. Daders die stadion- of omgangsverboden negeren. En een algemeen gevoel onder slachtoffer (én dader) dat het niet te stoppen is.
Zoe staat niet alleen. Volgens de Amerikaanse Overheid zijn 850.000 volwassenen het slachtoffer van cyberstalking.
Pew Research Center meldt dat 37% van jonge vrouwen te maken heeft met online intimidatie, 38% beschrijft deze dreigingen als ‘extreem’. 26% wordt online. Het merendeel – 73% – gebeurt over social media. 44% van de mannen kampt overigens ook met intimidatie, maar daar wordt minder over gesproken.
Een paar kanttekeningen, de definitie voor online intimidatie is vrij breed.
Online magazine Slate merkt op dat Pew termen als “gestalked” of “fysiek bedreigd” niet duidelijk omschrijft. Daardoor is niet duidelijk wat er precies onder valt. Is bijvoorbeeld iemand een verkrachtings-apologeet noemen hetzelfde als een ander dreigen met verkrachting?
Dat maakt juridische vervolging niet makkelijk. De rechtstaat staat grotendeels machteloos. Haar kennis is gering en haar middelen beperkt door de mogelijkheden van het internet. Bot gezegd: de digitale snelweg biedt ons mogelijkheden waar de wet – nog – geen antwoord op heeft.
The Atlantic meldt dat er misschien drie à vier civiele zaken eindigden in een veroordeling. Ook in zaken waar een straf zaak kon worden gemaakt is de kans op vrijspraak aanwezig. Zo ging een man vrijuit voor het sturen van naaktfoto’s van zijn ex, omdat zware intimidatie niet kon worden bewezen. De foto’s waren namelijk niet naar het slachtoffer verzonden, maar naar haar baas en zus.
Ook de politie heeft moeite
de donkere kanten van het internet te begrijpen. Slate verslaggever Amanda Hess kwam achter een site waarin iemand schreef haar te vermoorden. De agent die de zaal onderzocht kon niet geloven dat iemand dat deed en maakte er geen zaak van. Zoe Quinn meldde sarcastisch op dat de detective die haar zaak behandelde in ieder geval nog Halo speelde.
Geen wonder dat veel slachtoffers cybercrime liever stil houden. Slechts 2% van de bedrijven doet aangifte, meldt
The Economist. 1% van de volwassen internet gebruikers meldt dat hun privé-gegevens zijn gekraakt – laat staan dat ze online worden bedreigd.
Veel gebruikers vertrouwen eerder de expertise van Symantec, McAfee of cyberconsultants als
PriceWaterhouseCoopers dan die van de overheid. Ironisch genoeg doet de laatste precies hetzelfde. Veel expertise wordt bij hen uitbesteed.
Een omgeving als deze is een Walhalla voor internethooligans, vooral met het arsenaal dat ze tot hun beschikking hebben. Quinn’s belagers kunnen ongestraft
doxxen (NAW-gegevens openbaar verspreiden), swatten (een Amerikaans SWAT-team naar iemands huis lokken met een verzonnen terreurmelding), spammen en leugens verspreiden. Vaak staan ze buiten de wet omdat ze niet in hetzelfde land wonen – en anoniem zijn.
En ze hebben de opinie mee. Niet dat het grote publiek hun acties goedkeurt, wel willen ze een open en vrij internet. Geen
Big Brother of überhaupt staatsbemoeienis in hun internet. Begrijpelijk. De vrijheid van meningsuiting en de creativiteit waarvoor het web staat is een groot goed.
Maar op het internet heerst de wet van de jungle. Er zijn over het algemeen geen wetten of ordehandhavers, enkel richtlijnen en moderators. Daardoor hebben criminelen en internethooligans vaak vrij spel. Gevolg: mensen als Zoe Quinn worden beroofd of verpletterd – voor geld, wraak of – in de woorden van het ergste soort internetgespuis –
‘for the lulz’.
Gamers merken ook steeds meer van online criminaliteit of vandalisme.
DERP en Lizard Squad legde vorig jaar de servers van onder andere Blizzard, Riot, Sony en Microsoft plat. Er kwamen eind 2014 geluiden over dat Origin gehacked was – wat EA overigens ontkent. En natuurlijk was er Gamergate.
De overheid is bezig met een inhaalslag.
The Economist meldt dat de Britse overheid 680 miljoen pond in cyberbeveiliging en een fraudebureau steekt. De Amerikaanse overheid kondigde nieuwe maatregelen aan om hacks als bij Sony te voorkomen.
Het zal in eerste instantie Quinn niet helpen. De prioriteit ligt bij staatsveiligheid, fraude en drugssites als
Silk Road 2.0. Uiteindelijk zal de internethooligan ook zijn verdiende loon krijgen, maar dat vereist aanpassen van de wet en die verloopt overal traag en ingewikkeld.
Paul van Gageldonk schreef in zijn hooliganboeken dat de jaren tachtig hemels voor de voetbalhooligan waren. Het rechtssysteem en de politie waren niet in staat hem te stoppen. Zijn online neef voelt zich op dit moment net zo oppermachtig. Gevolg:
Gamergate suddert nog steeds door.
Maar wie zijn de mensen van wat iedereen inmiddels een enorme farce noemt? Wat zijn hun beweegredenen om de aanval op Zoe Quin, Anita Sarkeesian en Brianna Wu te openen? Een lastige vraag waar we volgende week op terugkomen. We noemen hem in ieder geval
Anonymous.