Esports lijkt in Nederland een ondergeschoven kindje te zijn. Dat is jammer, want er zijn wel degelijk organisaties die zich inzetten voor esports. Je ziet er op deze site ook veelvuldig artikelen over voorbij komen: we dragen esports namelijk een warm hart toe. Het is een viering van videogames. Het idee dat er arena’s vol zitten met fans van een bepaald esportsteam dat vervolgens strijdt voor de winst in een game die je zelf ook speelt, dat is natuurlijk fantastisch. En dat is ook wat de ‘sports’ in esports maakt: het komt heel dichtbij omdat mensen zelf ook gamen, net als dat je dat bij andere sporten ook hebt. Het probleem zit hem daar ook niet in, dat zit hem misschien wel juist in het ‘e’-gedeelte.
Dat esports echt worden gezien als sporten is een geweldige prestatie van onder andere een branchevereniging als Esports Nederland. Het feit dat het eind november een contract tekende om zich officieel als ‘geassocieerde’ aan te sluiten bij NOC*NSF is natuurlijk een mijlpaal. Supergoed nieuws waar zo’n vereniging enorm trots op mag zijn. En esporters en esportsfans dus ook. En er zijn meer geweldige prestaties geleverd: we hebben op meerdere plekken in Nederland nu esportsarena’s, zoals in Purmerend, en er wordt ook regelmatig erkent dat bepaalde Nederlandse esporters talenten zijn die grote winsten maken, zoals bijvoorbeeld in de media.
Wat de branchevereniging esports echter nu doet is de games wat meer naar de achtergrond laten gaan, en het meer te hebben over de IT die bij esports komt kijken. Voorzitter van Esports Nederland, Frederik Peters, zegt: “Voor de branchevereniging is aansluiting bij NOS*NSF heel erg belangrijk omdat wij ernaar streven om Nederland structureel de top 10 beste Esportslanden ter wereld te krijgen. Om op dat niveau mee te kunnen zijn drie dingen voor onze gamers en progamers heel erg belangrijk. Fysieke fitheid, mentale fitheid en de beste technologie.”
So far so good: het is inderdaad belangrijk om stil te staan bij het feit dat die gamers echt niet met een zak Doritos en een blik energiedrink hun ding doen. Ze moeten echt zorgen dat ze zich fit voelen, goed in hun vel zitten en veel bewegen om die uren dat ze wel zittend gamen te compenseren. Maar vervolgens noemt Peters zijn organisatie de ‘Formule 1 van de IT-sector’ en dat wringt toch een beetje. Er wordt inderdaad vaak gesteld dat Formule 1 ervoor zorgt dat er veel innovaties naar auto’s komen (hoewel de meningen verdeeld zijn over hoe 1-op-1 dat echt werkt). Peters lijkt te impliceren dat esports er in Nederland voor zorgt dat bepaalde IT-ontwikkelingen doorgang vinden.
Of je het daar nu mee eens bent of niet, is het de vraag of dat echt is waar zo’n branchevereniging zich op moet storten. Esports is nog helemaal niet zo ‘gevestigde orde’ in ons land en het is dan toch beter om te focussen op het fanatisme rondom de games en de spelers, zoals we dat bijvoorbeeld volop in Azië zien, versus een meer zakelijke aanpak die draait om de computers die de heren en dames gebruiken. Het is zeker een belangrijk element, maar door je op IT te richten ga je mensen toch niet enthousiast krijgen om uren naar gamende mensen te kijken?
Het is een tof bijverschijnsel, maar er moeten toch echt andere dingen gebeuren als we als land beter willen worden in de wereldwijde esports. De gamers zijn er om ons op de kaart te zetten, net als de fans. Dat moet je aanjagen, want het gaat uiteindelijk om videogames. En gelukkig geeft de branchevereniging dat ook wel aan: we hebben in Rotterdam al twee keer het EK League of Legends gezien en KPN is bijvoorbeeld ook al een paar jaar erg actief met zijn eDivisie. Er zijn dus zeker wel voorbeelden te noemen, maar om die te laten vermenigvuldigen, kun je toch beter mede door social media en de gewone media zorgen dat mensen er steeds meer over leren. K-pop heeft ook grote fans in Nederland en dat zegt dat ook wij nuchtere Hollanders steeds vaker ons scepsis laten varen om vol voor dat fandom te gaan.
We verwachten dat esports in Nederland de komende jaren nog verder zal groeien, zeker nu een organisatie als NOC*NSF er ook achter zit. Zoals er in de video wordt gezegd is het voor die sporters ook niet altijd leuk: niet onthaald worden als een held op Schiphol, of eigenlijk überhaupt erkenning krijgen voor de prestatie, dat kan natuurlijk anders. Maar moeten we daarvoor mensen vertellen dat het zo’n innovatie brengt naar de IT, of moeten we eerst laten zien wat esports zijn en waarom het voor iedereen leuk kan zijn om te kijken en waarom? Wij denken het laatste en hopelijk kan NOC*NSF een bijdrage leveren om esports ook bij de niet-gamers op de kaart te zetten. En misschien dan toch eens een huldiging te organiseren…