Je vrienden hebben je gevraagd om deel uit te maken van hun Dungeons & Dragons-groep. Je hebt het wel eens voorbij zien komen, je weet dat het in Stranger Things gespeeld wordt en dat er recent een leuke film van is gemaakt. Maar, helemaal blanco bij je vrienden aanschuiven, dat raden we niet aan. Met deze basics kom je iets beter beslagen ten ijs.
Dungeons & Dragons kan enorm overweldigend zijn. Sommige mensen beginnen een beetje klein, maar er zijn ook groepen die er meteen al wat dieper induiken. In welk stadium je ook instapt: denk nooit dat het te laat is. Je kunt altijd beginnen met Dungeons & Dragons, of laten we het vanaf nu D&D noemen, want zo heet het in de volksmond. Het is een tabletop roleplaying game, wat wil zeggen dat het een soort bordspel is, zonder bord, maar met regels. Je speelt het in principe gewoon aan tafel en het idee is dat je zelf een personage bedenkt.
Nu helpt het spel je daar wel een beetje mee. Het leukste is als je van te voren weet aan welke campaign je meedoet. Op die manier kun je je er wat beter op voorbereiden en een personage kiezen dat daar goed bij past. Het kan ook helpen om te weten welke personages anderen zijn: je hebt namelijk keuze tussen verschillende rassen en klassen. Een Rogue, een Warlock, een Sorcerer: er is een heel arsenaal aan klasses om te kiezen en dat helpt je een beetje bij het verder vormen van je personage.
De een vindt een Rogue een goede beginklasse, een ander een fighter: kijk vooral welke je het meest aanspreekt. Vervolgens bouw je daar een verhaal omheen: hoe heet je personage, hoe ziet het eruit, wat heeft het als achtergrondverhaal? Dat alvast weten helpt anderen heel erg goed om je te leren kennen, maar het helpt jou ook om wat meer in je rol te komen.
Begrijp me niet verkeerd: je hoeft niet helemaal verkleed te komen of met een gek stemmetje te gaan praten: je kiest zelf waar jij je prettig bij voelt (en eerlijk is eerlijk, vaak kijk je ook wel een beetje naar wat ‘de groep’ doet). Wat waarschijnlijk het belangrijkste is om te weten voor het spelen van D&D, dat is dat fantasie gebruiken belangrijk is. Het is niet zo dat alles vastligt: het is juist de bedoeling dat je er ook dingen bij verzint: daarom moet je ook je eigen personage bedenken en zijn of haar achtergrondverhaal.
Bij D&D heb je de spelers, maar ook de DM, de Dungeon Master. Hij of zij is een soort van dirigent. De DM kent de regels, weet hoe het verhaal zich ongeveer gaat ontvouwen en bereid elke sessie voor om te zorgen dat hij of zij zo levendig mogelijk jullie kan meenemen in het verhaal. Soms helpt hij of zij een handje, als er bijvoorbeeld een soort raadsel is waar de spelers totaal niet uitkomen. Ook is de DM de schurk: als er een gevecht is, dan gooit hij of zij voor de vijand.
Dat is namelijk ook heel belangrijk aan D&D: de dobbelstenen. Je kunt een hele set kopen met allerlei verschillende dobbelstenen -en dat is wel handig-, maar je kunt in eerste instantie ook die van je medespeler lenen. Je gooit eigenlijk zelden tegelijk, want alles is turn based (zoals in games), waardoor je elkaars dobbelstenen kunt lenen. De meest gebruikte en meest indrukwekkende dobbelsteen is de D20. De D20 betekent dat het een Dice is met 20 kantjes. Je kunt dus 1 tot en met 20 gooien. Daarnaast heb je een D12, D6, D4 en meer, wat allemaal iets zegt over de hoeveelheid kanten aan de dobbelsteen.
Je begint met zijn allen een verhaal en je wordt dan bijvoorbeeld in een dorpje neergezet, waarin je op onderzoek uitgaat en ondertussen ook mensen tegenkomt die je misschien een soort zijmissies geven. Het is een beetje zoals een game, maar dan op tafel, zonder controller in je hand. En net als in een game kun je ook slechteriken tegenkomen, zoals een kist met grote tanden, of een soort weerwolf: er zijn allerlei verschillende baddies. Moet je vechten, dan gooi je eerst de D20 om te kijken of je wel raakt: de DM geeft aan of dat zo is en zo ja, dan kun je gooien om te kijken hoeveel punten er van de kracht van de schurk afgaan.
Dat is heel simpel gezegd hoe het werkt. Wel komen er veel dingen bij kijken: het ene personage is beter in onderzoeken en krijgt dan punten boven wat hij gooit (ook bij onderzoeken moet je soms met de dobbelstenen gooien), terwijl een ander in het gevecht juist wat puntjes op elke gooi krijgt. Ook zijn er allerlei vaardigheden die je gaandeweg leert: je levelt ook. Je kunt bijvoorbeeld magische spreuken leren om de vijand voor de gek te houden. Er is veel mogelijk, maar de basis is eigenlijk heel goed te vergelijken met videogames en dat is handig.
Nog wat andere handige basics op een rijtje:
Hoeveelheid mensen: je speelt het meestal met 3 tot 6 mensen, waarvan 1 iemand de DM is. De DM gebruikt een Dungeon Master’s Guide en een Monster Manual om de regels en de schurken goed te leren kennen.
Spelersboek: als speler kun je het Player’s Handbook handig gebruiken als naslagwerk: erg handig en leerzaam. Je hoeft het niet te lezen in een keer, maar je kunt er dingen even in nazoeken als een soort Wikipedia. Daarnaast kun je een app als D&D Beyond gebruiken om in bij te houden hoe je personage ervoor staat: hoeveel HP heeft hij nog, wat zijn zijn vaardigheden, wat zijn de wapens en hoeveel schade kunnen die aanrichten? Liever offline spelen, dan kun je ook character sheets printen om het zelf op in te vullen.
Dat is het eigenlijk wel: je zou op den duur een miniatuur van je personage kunnen laten maken, en de DM zal waarschijnlijk wel met een ondergrond komen, geprinte papiertjes of -zoals die van mij- een televisiescherm op tafel leggen en daar vanaf een laptop allerlei landkaartjes op laten zien, waar de figuren dan weer op kunnen lopen. Het is turn-based, dus veel landkaarten zijn voorzien van vakjes: je kunt namelijk in een gevecht maar zoveel lopen (en je vijand ook).
Verder hoef je eigenlijk niet veel te weten: je kunt gaandeweg vanalles opzoeken en verlang vooral ook niet van jezelf dat je alles weet: dat is onmogelijk. Je zal zien dat je DM waarschijnlijk ook regelmatig in de boeken bladert om toch nog even iets op te zoeken. Je zal merken dat je hoe meer je weet, hoe dieper je in die wereld wil duiken.
Denk je de eerste keren misschien dat 4-5 uur uittrekken om te spelen wel erg lang is: je merkt waarschijnlijk gauw genoeg dat dat wel meevalt, en dat een keer in de maand spelen ook eigenlijk niet genoeg is. Je kunt je helemaal verliezen in dat wereldje, maar vooral in het broederlijk of zusterlijk met je groep op pad zijn in die wereld. Laat je er ook vooral lekker door meevoeren, en wees een beetje lief voor je DM, ook al is hij of zij ook soms de slechterik.
En, nog een laatste tip: kijk ook naar een videogame als Baldur’s Gate. De nieuwste is net uit en die helpt je ook enorm in begrijpen hoe D&D werkt, als je de moeilijkheidsgraad tenminste een beetje de baas blijft.