De populariteit van Minecraft heeft geen uitleg nodig: iedereen kent de digitale blokjes inmiddels wel en als je ze niet kent heb je geen kinderen óf kleinkinderen. Dat het zo lang geduurd heeft voordat er een variant uit Japan kwam is verbazend, maar die is er nu wel. En hoewel de vergelijking erg makkelijk is doet Dragon Quest Builders eigenlijk iets heel anders dan de duidelijk terug te leiden inspirator.
Voor wie het niet kent: Dragon Quest is één van de populairste RPG-series ooit in Japan, op hetzelfde niveau als Final Fantasy wereldwijd. De serie heeft een heel aparte anime-stijl die het visueel meteen herkenbaar maakt en die stijl is ook in Builders terug te vinden. Ondanks dat de wereld voornamelijk bestaat uit vierkante blokken is het een stuk ronder en warmer vormgegeven.
In de basis is het ‘craft’-gedeelte niet veel anders dan Minecraft op consoles: je krijgt ingrediënten of bouwstenen en maakt daarmee dingen, terwijl je jezelf in leven houdt met voedsel. Het grote verschil zit ‘m in de motivatie: waar Minecraft leuk is omdat bouwen leuk is, heeft Dragon Quest Builders een verhaal. Je bent de enige in de wereld die kan bouwen en dus moet je mensen helpen. De wereld zit vol met andere karakters en die komen langzaam maar zeker naar het dorpje dat je aan het opbouwen bent toe.
Die karakters willen allerlei dingen van je en helpen je zo met het ontdekken van nieuwe gebieden, recepten en mogelijkheden van wat je kunt bouwen. Het zorgt er voor dat je dus heel geleidelijk aan leert hoe alles werkt en zorgt voor een typische RPG-structuur die wel welkom is. Als je ooit in Minecraft hebt gestaan en hebt gedacht: “ik weet eigenlijk niet wat ik moet doen” is dit helemaal je ding. Je speelt het verhaal wel helemaal in je eentje, want er is wel een soort van co-op modus die je na het eerste hoofdstuk vrijspeelt, maar dat is toch niet vergelijkbaar met een serieuze multiplayer-optie.
Die hoofdstukken, dat is wel gek: omdat Dragon Quest Builders niet procedureel gegenereerd is krijg je altijd dezelfde wereld voor je en dus kom je net als alle andere spelers hetzelfde vervallen dorpje tegen dat je terug moet opbouwen. Heb je dat eenmaal gedaan, de inmiddels toegestroomde bewoners tevreden gesteld en de eindbaas verslagen, dan is het hoofdstuk voorbij en begin je feitelijk weer van voren af aan. Je weet wel nog hoe je alles moet bouwen, maar al je verzamelde schatten zijn weg.
Nu is het wel zo dat de hoofdstukken daarna steeds meer elementen toevoegen aan de game en het zo interessant houden, al geldt dat niet voor de gevechten. Eens in de zoveel tijd wordt de nederzetting namelijk aangevallen door monsters en ook tijdens het verzamelen kom je allerlei Dragon Quest-gespuis tegen, maar het is een vechtsysteem dat uit de jaren ’80 komt: je hebt één aanval en je kunt na het slaan proberen weg te springen als de tegenstander aanvalt. Dat is het. Aan de andere kant: het houdt het allemaal wel heel toegankelijk en dat is ook wel prima.
Een andere irritatie is de camera: Dragon Quest Builders is niet in de eerste persoon, dus zie je de actie doorgaans van bovenaf. Dat werkt prima, totdat je ergens binnen zit of probeert een mijngang te graven. Dat laatste is trouwens nooit echt nodig, aangezien bijna alles zich boven de grond afspeelt. Ben je echter in een kleine ruimte, dan stribbelt de camera vaak tegen en dat kan irritant zijn. Er zijn nog wel meer kleine dingetjes, zoals een rare knoppen-indeling die je niet mag aanpassen, sommige quests die niet lijken te triggeren omdat je iets in de verkeerde volgorde hebt gedaan of de blauwdrukken die je soms moet moet nabouwen en die elke minieme afwijking van het bouwplan afstraffen.
Het zijn echter maar kleine irritaties en uiteindelijk is de mix tussen een Japanse RPG waar je verteld wordt wat je moet doen en de vrijheid van het bouwen opmerkelijk leuk. Ik ben groot fan van Minecraft, maar het (overigens sympathiek en bijna cynisch vertelde) verhaaltje en de structuur maken Dragon Quest Builders tot een leuk geheel, al is het wel aan de prijs voor een ervaring die je vaker kunt spelen, maar waar je uiteindelijk wel maar één keer van zult genieten.
[Afbeeldingen © Square-Enix]