Schrijft al jaren over games, van de kleine indie-games tot de grote najaarstitels. Liefhebber van Dota 2, twijfelt nog over Destiny.
Met Dirt Rally is het Codemasters gelukt een intense rally simulatiegame neer te zetten. Met auto’s van de jaren ’60 tot en met de meest recente modellen, tientallen tracks verdeeld over een aantal geografisch verschillende gebieden en zeer realistische, zeker in het begin ook moeilijke, gameplay is Dirt Rally de ultieme rally race game om te spelen.
Nu moet daar meteen aan worden toegegeven: de concurrentie is niet moordend. Het is lastig te zeggen waardoor het precies komt, maar de meeste rally games lijden zichtbaar onder hun beperkte budgetten. Behalve Dirt Rally dan, want de game bevat alles wat je zou willen, en de afwerking mag er ook zijn. In de basis betekent dat dat de game er zeer netjes uitziet, met name van dichtbij qua belichting en opspattende modder, maar tegelijkertijd ook een super stabiele 60 frames per seconde draait.
Maar belangrijker is dat ook de gameplay tot in de laatste details is uitgewerkt. Het idee achter rally racen is dat je de snelste tijd op een traject van A naar B neerzet met behulp van je bijrijder. Die geeft informatie over hoe scherp aankomende bochten zijn en hoeveel ruimte je hebt om die bochten te nemen. Doordat races zich hoofdzakelijk op zandpaden of de gewone openbare weg (inclusief sneeuw of ijs) plaatsvinden heb je die informatie hard nodig. Die wegen zijn namelijk niet gemaakt met het idee dat iemand er met 150 of meer kilometer per uur overheen gaat.
Dat betekent ook dat Dirt Rally bovenal een exercitie is in concentratie. Als je bijrijder “don’t cut” zegt bij een aankomende bocht moet je dat zeker niet proberen. Daarnaast zit er ook een sterke component van leren in: met welke snelheid kun je een ‘left 4′-bocht nemen op een besneeuwd wegdek? En de grote grap daarachter: voor vrijwel elke auto kun je dat leerproces opnieuw starten. Auto’s uit de jaren ’60 zijn namelijk nog vrij goed te besturen. De meest recente modellen trekken echter op met een snelheid die al hoger is dan de topsnelheid van andere, wat interessante taferelen (denk aan bowlingbaan met hekjes) oplevert. Althans, totdat je in een ravijn belandt. Maar als je omlaag stort, doe je dat tenminste in stijl. Met veel spektakel, een gierende motor en stofwolken die de gehele auto laten verdwijnen. Nog zoiets: een nachtrace rijden en halverwege je koplampen kapot stoten. Ik kan het iedereen aanbevelen.
Het wordt extra interessant als je meerdere races als onderdeel van een event speelt, aangezien schade aan je auto tussen die races door behouden blijft. Tussentijds mag je wel wat reparaties uitvoeren, maar die mogen niet langer dan een uur duren, waarbij je voor alles wat langer dan dertig minuten duurt tijdstraf krijgt. Maar het is het soms wel waard. Het schademodel beperkt zich niet tot wat deukjes. Een lekke band is een serieus probleem; een paar klappen op de zijkant en je kunt minder goed sturen; een barst in de voorruit belemmert je zicht aanzienlijk (mits je de camera op de bestuurder hebt gezet).
En dat is nog niets eens waar het simulatie-extravaganza eindigt. Dirt Rally kent allerlei opties om in te stellen. Bij je auto, zoals wielhoogte, vering en al die andere zooi waar ik absoluut geen verstand van heb. Maar ook qua besturing. Handmatig schakelen, stuurwieltjes, pedalen, het kan allemaal. Je kunt zelfs instellen dat je de ruitenwissers handmatig aan en uit moet zetten, mocht dat je ding zijn.
Dat Dirt Rally zich puur op simulatie focust is dan ook meteen zijn zwakste punt. Voor liefhebbers van dat soort games geen enkel probleem, maar kom niet aan met dat je ook maar iets wil dat enigszins soepel omgaat met de spelregels.
Vroeger, en dan niet die van heel lang geleden maar die van voorgaande Dirt games, had je nog flashbacks. Als je tegen een boom reed kon je (in de singleplayer) terugspoelen tot vlak voor het moment dat het fout ging. Nu moet je jezelf weer van de boom af halen of, tegen een tijdstraf, terug op de weg geplaatst worden. Elk foutje wordt bestraft wat voor veel mensen waarschijnlijk al snel iets te veel van het goede wordt. Net zo weet de muziek ook niet echt te doen wat het moet doen. Het is er wel (wat al heel wat is ten opzichte van andere rally racers), maar de replays worden er niet echt door ondersteund. Alles buiten het racen om voelt daardoor klinisch en afstandelijk aan.
In die zin is Dirt Rally al helemaal een simulator. Het is serieus, je doet alsof het net echt is. Het idee dat je dit zou spelen voor het plezier lijkt (bewust) door de game zelf onderdrukt te worden. Het is een vreemde gewaarwording, maar een waar ik me uiteindelijk met schouderophalen overheen kan zetten. Het is namelijk misschien niet de beste rally game, maar wel de beste rally simulator op de markt. Want als het erop aan komt is het racen in Dirt Rally zo ontzettend goed uitgewerkt dat als je ook maar iets met auto’s, racen of opwaaiende stofwolken hebt je hier prima mee uit de voeten kunt.