Martijn Steinpatz schrijft al jaren over games en speelt ze nog veel langer. Wil meer dan alleen standaard artikelen schrijven.
Diablo III kende een desastreuze lancering en een onbevredigend einde. De waarderingen voor de game zelf mochten dan hoog zijn, de fans klaagden flink. Blizzard luisterde en nu staat er – een kleine vier jaar later – een game die blijft boeien en vernieuwen.
Dat Diablo III wat stof deed opwaaien was de understatement van 2012. Hoge waarderingen genoeg, maar de fans klaagden over falende servers tijdens de lancering, tegenvallende loot, een discutabele ‘marktplaats’ voor items en een nijpend gebrek aan een end game.
Met de uitbreiding Reaper of Souls ging het roer drastisch om. Meer en betere loot en een nieuwe modus genaamd Adventure Mode. Daar bleef het echter niet bij. Diablo III kreeg update na – gratis – update, waardoor het nu een compleet andere game is geworden.
Wie na de Reaper of Souls expansie was gestopt zal even moeten wennen. Vaak positief. Veel zaken zijn gestroomlijnd, zoals Challenge modes (de Nephalem Rifts bijvoorbeeld) die je nu gemakkelijker kan bereiken en het beter spotten van Treasure Goblins.
Mensen die zich echter nooit verdiept hebben in Adventure Mode zullen bijna verdrinken in de opties. Diablo III kent – naast de Bounties en Nephalem Rifts – nu ook Greater Rifts, Empowered Rifts, Set Dungeons, twee nieuwe velden, acht soorten treasure goblins, vijf nieuwe manieren om upgrades te kopen/maken en veertien (!) moeilijkheidsgraden.
Diablo III draait nog steeds om de moeilijkheidsgraden. Hoe zwaarder het niveau, hoe groter de beloning en hoe meer opties je krijgt. Het verschil is dat je nu zelf bepaalt of je klaar bent voor de volgende graad. Uiteindelijk eindig je in de pittige maar oh zo lucratieve Torment niveaus.
Wie nu al horendol wordt van al het lezen, kan het beste een Season karakter maken. Het leidt je door middel van opdrachten door (bijna) alle opties heen, hoewel de uitleg soms wat beter kan. Het geeft je zelfs halverwege een zesdelig groen (lees: ultiem) outfit, waar je anders dagen voor moet grinden.
Zoals de naam al aangeeft, geldt een seizoen personage maar voor drie maanden. In die tijd kan je proberen alle missies te klaren, meedoen in de leader boards en het krijgen of aanschaffen van ‘pets’ die voor jou alle loot en goud zullen oprapen. Loopt het seizoen af, dan neem je de progressie mee naar de andere karakters.
Diablo III barst dus van de content, maar je zal er hard voor moeten werken. Soms te hard. Om een van Infernal Machines te bemachtigen (die je naar superbaas gevechten leiden) moet je enorm veel geluk hebben. Je moet ook net een Set Dungeon (een soort challenge dungeon) treffen die je ligt. En als je teveel op hetzelfde niveau blijft spelen, wil Level 70 behalen wel eens heel lang duren.
Het grinden is niet zo hemelstergend meer, maar het blijft Diablo III. De content mag dan divers en lucratief zijn, het draait uiteindelijk nog steeds om het uitmoorden van hordes en hordes en hordes aan duivels en monsters. Dat moet je uiteindelijk wel liggen.
Maar het blijft net zo Diablo III dat deze massaslachtingen enerverend zijn. Vooral op de hoogste Torment niveaus gebeurt er zoveel op je scherm dat je geen hack and slash RPG meer speelt, maar eerder een shmup. En je waant je even de halfgod van Sanctuary als je daar doorheen komt.
We zijn al bijna weer vier jaar verder en Diablo III leeft nog steeds. Opmerkelijk, want veel fans gaven het nog geen jaar. Uiteindelijk blijft het geen game die je heel 2016 zal doorspelen, maar wie niets voor de eerste twee maanden heeft, is het zeker waard om weer terug te gaan.