Robin speelt alles wat los en vast zit zo lang hij zich kan herinneren. Heeft een passie voor PC's, motors en reizen
Het mag geen verassing zijn dat de Dark Souls-games een grote hit zijn en dat andere game ontwikkelaars bezig zijn een stukje van dat success mee te willen pakken door gelijksoortige games te ontwikkelen. Ook de Indie-ontwikkelaars zijn hier druk mee bezig, maar met wisselend succes. Nu is daar echter Dark Devotion die het, zei het op een eigen manier, wel voor elkaar heeft gekregen een degelijke Souls-kloon te maken. Maak je klaar om te sterven….en nog eens…en nog eens……
Dodelijke kloon
Dark Devotion is een 2D Souls-kloon die veel van het origineel kopieert, maar verder voldoende eigen inspiratie heeft toegevoegd om er een waardige game van te maken. De game kenmerkt zich direct door de zeer gepixeleerde grafische stijl. Net zoals in de originele Souls games is er weinig uitleg en is de learning curve gigantisch. Ga gewoon maar wat proberen en bereid je voor heel vaak te falen. Je kunt in de game gebruik maken van diverse wapens echter moet je wel letten op je stamina, want die gaat rap leeg en dat betekent tijdelijk geen aanvallen kunnen doen. Uiteraard kun je ook dodgen zoals te verwachten was, maar dan gaat je stamina nog rapper naar beneden. Het is dus de bedoeling dat je goed een afweging maakt hoe je een aanval wilt doen en zul je niet als een malle kunnen gaan dodgen en buttonbashen. Hoe deze balans in elkaar zit wordt gaandeweg steeds duidelijker als je de eerste 40 keer dood bent gegaan en je het spel en de beschikbare wapens onder de knie begint te krijgen.
Nutteloze hub?
Als je sterft hoef je niet terug naar de plek waar je stierf, maar kom je terecht in de hub-wereld van de game, Filthblood Shelter. Hier kun je je wapens kiezen voor je volgende avontuur, upgrades doen als je genoeg orbs hebt verzameld en de hub bied ook de toegang tot de vier verschillende werelden van de game. De game kent echter geen fast-travel punten zoals we van veel games gewend zijn. In de game zitten wel portals verstopt welke je kunt activeren, waarnaar je toe kunt morphen na je dood. Echter kan er maar een portal per keer actief zijn en als je een nieuwe activeert vervalt de oude. Het is dus erg van belang om te beseffen waar je graag wil terugspawnen als je dood bent. Doe je dit verkeerd, dan kun je de hele wereld opnieuw doorkruisen helaas om bij het gewenste punt te komen, want backtracken in de werelden kan praktisch niet.
Zoals gezegd is de combat in de game uitdagend te noemen. Aanvallen, blocken, dodgen….je moet het allemaal beheersen, want elke baas zal je op een andere manier proberen om te leggen. Elke keer als je denkt dat je de game onder de knie hebt en je bij de volgende baas bent begint het trail-and-error spelletje weer van voor af aan. Nu ben ik niet zo’n masochist dus ik begon me soms echt te ergeren als ik achter elkaar bleef doodgaan. Toch nodigt de game dan wel voldoende uit om juist wel door te blijven gaan en erachter te proberen te komen hoe je die baas dan wel een koekje van eigen deeg kunt geven. De handdoek in de ring gooien was gewoon geen optie.
Keep the Faith
Wat de game nog moeilijker maakt is dat je niet veel consumables kunt meenemen. Ook krijg je in de werelden je loot random aangediend. Elke run zit er iets anders in een kist en dropt die specifieke mob iets anders. Het hangt dus ook een beetje van geluk af of je wel of niet goed voorbereid een baas tegemoet gaat. Buiten de normale wapens kun je ook nog sterker worden door runes die je kunt vinden in de wereld, maar ook deze zullen random droppen en zijn niet te craften helaas. Wel zijn er een soort altaren waar je Faith kunt inleveren voor wapens of items. Faith verzamel je door vijanden te killen. Echter kun je wel maar een bepaalde hoeveelheid Faith per keer bij je hebben dus zul je keuzes moeten maken of soms zelfs meerdere keren terug gaan naar een altaar om hem vrij te spelen.
Qua verhaal is het geen boeiende game, want het draait vooral gewoon om het verkennen van de werelden en het verslaan van de bazen. Jammer is echter wel dat de werelden verder ook niets met elkaar te maken lijken te hebben. Ze zijn best mooi ontworpen in die pixelstijl, maar soms lijkt het alsof ze een wereld hebben hergebruikt qua layout en er puur een andere achtergrond achter hebben geplakt. Dit was voor mij wel het enige wat ik minder vond aan de game gelukkig.
Dark Devotion is een toffe indie-titel geworden die zeker gespeeld zou moeten worden door fans van de Souls-serie. De combat is basic, maar werkt verbazingwekkend goed als je het eenmaal door hebt. De game blijft uitdagend, soms tot frustratie toe, maar het trekt je steeds terug de game in als je op het punt staat het op te geven. Door de aparte grafische stijl heeft de game een eigen look en feel en kan ik het niet anders dan een absolute aanrader noemen.